• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
   Dit is een werkvertaling

In oktober 1967 vond in Rome de bisschoppensynode plaats waarbij de deelnemers werden opgeroepen tot een oordeel over de experimentele celebratie van een zogenaamde "standaard" of "normatieve" Mis. Deze Mis was door de Raad ter uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie uitgewerkt. Onder de synodedeelnemers verwekte deze Mis de grootste ontsteltenis: op een totaal van 187 stemgerechtigden onthulden de resultaten een krachtig verzet (43 afwijzingen), zeer veel wezenlijk voorbehoud (62 goedkeuringen onder voorbehoud) en vier onthoudingen.

De internationale pers sprak over de "afwijzing" van de voorgestelde Mis door de synode, terwijl het vernieuwingsgezind deel van de religieuze pers er echter volledig over zweeg. Een bekend tijdschrift, bestemd voor bisschoppen en de spreekbuis van hun zienswijzen, vatte zijn oordeel over de nieuwe ritus als volgt samen: "Zij willen een einde maken aan de theologie van de Mis. In de grond van de zaak komt men hier dicht bij de protestantse theologie die het Misoffer heeft vernietigd". Helaas stellen wij vast dat deze "normatieve Mis" wezenlijk terug wordt gevonden in de Nieuwe Misorde (Novus Ordo Missae) die onlangs door de apostolische constitutie H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie
Missale Romanum
ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica (3 april 1969)
van 3 april 1969 werd uitgevaardigd. En het ziet er niet naar uit dat de bisschoppenconferenties als zodanig intussen over deze zaak zijn geraadpleegd.

In de apostolische constitutie wordt bevestigd dat het door de H. Paus Pius V - Bul
Quo Primum
Promulgatie van de Tridentijnse Liturgie
(14 juli 1570)
vier eeuwen lang de norm voor het opdragen van het Heilig Misoffer was voor de priesters van de Latijnse ritus; het grootste deel van dit Missaal gaat evenwel terug op Gregorius de Grote en zelfs op een nog oudere tijd. 2 De gebeden van de Romeinse Canon komen voor in het traktaat De Sacramentis (eind 4de of begin 5de eeuw). Onze H. Mis reikt zonder wezenlijke verandering terug tot in de tijd waarin ze zich uit de oudste gemeenschappelijke liturgie ontwikkelde. Zij bewaart nog de voorname geur van die oorspronkelijke liturgie uit de dagen dat de Romeinse keizers de wereld regeerden en hoopten het christelijke geloof te kunnen wegvagen; uit die dagen dat onze voorvaderen voor zonsopgang bijeenkwamen om "een lofzang voor Christus als hun God te zingen" (vgl. Plinius de Jongere, Ep. 96). "In de hele christenheid bestaat er geen enkele eredienst die zo eerbiedwaardig is als de Romeinse Mis" (A. Fortescue, The Mass, a study of the Roman Liturgy, 1912). "De Romeinse canon, zoals die vandaag is, gaat terug tot de heilige Gregorius de Grote. Noch in het oosten, noch in het westen bestaat er enig eucharistisch gebed dat tot in onze tijd in gebruik is gebleven en zich kan beroemen op een zo hoge ouderdom! Het weggooien van deze canon zou niet slechts in de ogen van de orthodoxen, maar ook in de ogen van de anglicanen, ja zelfs in de ogen van protestanten die nog tot op zekere hoogte zin voor traditie hebben, gelijk staan met de verwerping voor immer van de aanspraak van de Roomse Kerk dat zij de waarachtige katholieke Kerk uitmaakt" (E.P. Louis Bouyer). De apostolische constitutie H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie
Missale Romanum
ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica (3 april 1969)
voegt er aan toe - dat "talloze zeer heilige mannen hun vroomheid van hart tegenover God overvloedig hebben gevoed" met dit missaal, dat over alle landen was verbreid. Desondanks beweert dezelfde constitutie, die dit missaal voorgoed buiten gebruik wil stellen, dat de huidige hervorming noodzakelijk werd, "sedert de ijver voor de beoefening van de heilige liturgie onder het christelijke volk groter en krachtiger werd".

Uit deze bewering wordt een ernstig misverstand duidelijk. Indien het Christenvolk dan al iets had verlangd dan was dat de wens (onder invloed van de grote heilige Pius X) om de echte en eeuwige schatten van zijn liturgie te ontdekken. Nooit ofte nimmer heeft het volk een veranderde of verminkte liturgie geëist, opdat het deze beter zou begrijpen. Het verlangde veeleer naar een beter begrip van de onveranderlijke liturgie, waarvan het nooit enige wijziging heeft gewild.

Het Romeins Missaal van de H. Pius V lag bijzonder nauw aan het hart van alle Katholieken. Priesters zowel als leken vereerden het met religieuze eerbied. Men ziet niet goed in waarom het gebruik van dit Missaal, begeleid met een juist en passend godsdienstonderricht, een grotere deelname aan en een beter begrip van de heilige liturgie in de weg zou kunnen staan. Ook ziet men niet goed in waarom het oude missaal, bij de vele en hoge lof die men het betuigde zoals de constitutie H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie
Missale Romanum
ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica (3 april 1969)
, niet meer geschikt is om de liturgische vroomheid van het christelijke volk voortaan te blijven voeden.

Dus, alhoewel de bisschoppensynode deze "normatieve Mis" had afgewezen, werd ze dan toch wezenlijk hernomen, nogmaals voorgelegd en opgelegd als de nieuwe Misorde. Deze werd echter nooit ter collegiale beoordeling aan de bisschoppenconferenties voorgelegd. Nooit heeft het volk (en in de missies al helemaal niet) een hervorming van de H. Mis gewenst. Men kan dan ook niet de motieven begrijpen van de nieuwe wetgeving, een wetgeving die een traditie omver werpt die - zoals de constitutie zelf toegeeft - sedert de vierde of de vijfde eeuw onveranderd in de Kerk bestaat. Omdat er dus geen motieven voor een zodanige hervorming voorhanden zijn, schijnt deze vernieuwing van ieder zinvol fundament beroofd; zonder een dergelijke rechtvaardiging kan de hervorming niet voor het volk aannemelijk worden gemaakt.
Het concilie had inderdaad in 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963)
de wens uitgesproken dat de Misorde "herzien zou worden opdat de eigenlijke zin der afzonderlijke delen en hun onderlinge samenhang duidelijker zichtbaar zou worden". Dadelijk zullen wij zien hoe de onlangs uitgevaardigde Misorde deze leidende gedachten van het concilie recht laat wedervaren: wensen waarvan tenslotte niets meer overblijft. Een woord-voor-woord onderzoek van de nieuwe Misorde legt veranderingen bloot van zo'n draagwijdte dat hetzelfde oordeel gerechtvaardigd schijnt als over de "normatieve Mis". Net als met deze is het ook met de nieuwe Misorde zo gesteld dat zij op vele punten de meest vrijzinnige protestanten tevreden vermag te stellen.

Document

Naam: KORT KRITISCH ONDERZOEK VAN DE NIEUWE MISORDE
Soort: Alfredo Kardinaal Ottaviani - Brief
Auteur: Alfredo Kardinaal Ottaviani en Antonio Kardinaal Bacci
Datum: 5 juni 1969
Copyrights: © 2005, Ecclesia Dei
Werkvert.: Ecclesia Dei; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 6 augustus 2020

Referenties naar dit document

 
Geen dossiers gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test