Zenon Kardinaal Grocholewski - 4 november 2005
Volgens de voortdurende Traditie van de Kerk kan alleen een gedoopte man geldig de heilige wijding ontvangen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1024 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 754 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Priesterwijding voorbehouden aan mannen, Ordinatio Sacerdotalis (22 mei 1994) Door het Sacrament van de Wijding maakt de heilige Geest de kandidaat op een nieuwe en bijzondere wijze gelijkvormig aan Jezus Christus: de priester belichaamt inderdaad op sacramentele wijze Christus, het hoofd, de herder en de Bruidegom van de Kerk. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 2 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 16.22. Met betrekking tot de gelijkvormigheid van de priester aan Christus, de Bruidegom van de Kerk, stelt Pastores Dabo Vobis dat "De priester is geroepen om een levend beeld te zijn van Jezus Christus, de Bruidegom van de Kerk ... Hij is derhalve geroepen om in zijn geestelijk leven de liefde van Christus, die Bruidegom is ten opzichte van de Kerk, de Bruid, te doen herleven. Zijn leven moet ook verlicht en gericht worden door het besef dat hij geacht wordt te getuigen van de liefde van Christus als Bruidegom (Nr. 22) Vanwege deze gelijkvormigheid met Christus moet het gehele leven van de gewijde bedienaar doordrongen zijn van de gave van zijn hele persoon aan de Kerk en door een ware herderlijke liefde. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 14 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 23
De kandidaat voor het gewijde ambt moet daarom affectieve rijpheid bereiken. Die rijpheid moet hem in staat stellen een juiste relatie te hebben met zowel mannen als vrouwen en bij hem de ware zin van het geestelijk vaderschap ontwikkelen tegenover de kerkelijke gemeenschap die hem wordt toevertrouwd. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Directorium voor het ambt en het leven van priesters, Dives Ecclesiæ (31 mrt 1994), 58