Paus Franciscus - 23 december 2018
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
De liturgie van deze vierde zondag in de Advent, plaatst de figuur van Maria op de voorgrond, de Maagd en Moeder, die wacht om Jezus, de Redder van de wereld, te laten geboren worden. Richten wij onze blik op Haar, voorbeeld van geloof en liefde. Wij kunnen ons de vraag stellen: wat waren Haar gedachten in die maanden van verwachting? Het antwoord komt uit het Evangeliecitaat van vandaag, dat het bezoek verhaalt van Maria aan haar bejaarde verwante Elisabet. Vgl. Lc. 1, 39-45 De engel Gabriël had Haar bekend gemaakt dat Elisabet een zoon verwacht en reeds in haar zesde maand is. Vgl. Lc. 1, 26.36 Toen is de Maagd Maria, die door Gods werking Jezus komt te ontvangen, met spoed weggegaan uit Nazareth in Galilea, naar de bergen van Judea om Haar nicht te bezoeken. Het Evangelie zegt: “Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet” (Lc. 1, 40). Zij wenst haar zeker geluk met haar moederschap, zoals Elisabet op haar beurt Maria begroet en zegt: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?” (Lc. 1, 42-43). En onmiddellijk looft zij Haar geloof: “Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is” (Lc. 1, 45). Het contrast tussen Maria die geloofd heeft en Zacharias, de man van Elisabet, die twijfelde en niet geloofde in de belofte van de engel en daarom stom blijft tot aan de geboorte van Johannes, is evident. Het is een contrast.
Deze geschiedenis helpt ons het mysterie van de ontmoeting tussen de mens en God, in een heel bijzonder licht te lezen. Een ontmoeting die niet onder het teken staat van verbluffende wonderen, maar eerder van het geloof en de liefde. Maria is namelijk zalig omdat Zij geloofd heeft: de ontmoeting met God is de vrucht van het geloof. Zacharias, die twijfelde en niet geloofde, is daarentegen doofstom ... waarom? Om gedurende zijn lange stilte te groeien in geloof : zonder geloof, blijft men onvermijdelijk doof voor de vertroostende stem van God, en niet in staat om woorden van troost en hoop te spreken tot onze broeders. Dat zien we alle dagen: wanneer iemand die geen geloof heeft of een heel klein geloof, bij iemand moet komen die lijdt, spreekt hij woorden die gemeenplaatsen zijn, maar slaagt hij er niet in het hart te raken omdat hij er de kracht niet toe heeft. Zij hebben er de kracht niet toe omdat zij het geloof niet hebben. Men vindt de woorden niet om het hart van de ander raken. Geloof wordt op zijn beurt door liefde gevoed. De evangelist vertelt dat “Maria met spoed” naar Elisabet “reisde” Vgl. Lc. 1, 39 : met spoed, niet angstig, maar gehaast, in vrede. Zij “reisde naar”: een gebaar vol toewijding. Zij had thuis kunnen blijven om de geboorte van Haar Zoon voor te bereiden, doch in de plaats daarvan zorgt Zij meer voor de anderen dan voor zichzelf, Zij toont door de feiten dat Zij reeds de volgelinge is van deze Heer die Zij in Haar schoot draagt. Zo begon de gebeurtenis van Jezus’ geboorte, met een eenvoudig gebaar van liefde; authentieke naastenliefde is trouwens altijd de vrucht van liefde voor God.
Het Evangelie van het bezoek van Maria aan Elisabet bereidt ons voor om Kerstmis goed te vieren omdat het ons de dynamiek meedeelt van geloof en liefde. Deze dynamiek is het werk van de Heilige Geest: de Geest van liefde die de maagdelijke schoot van Maria vruchtbaar maakt en Haar aanspoort om Haar oude verwante snel behulpzaam te zijn. Een dynamiek vol vreugde, wat te zien is aan de ontmoeting van deze twee moeders, die een hymne is van jubel in de Heer, die grote dingen doet met de kleinen die op Hem vertrouwen.
Moge de Maagd Maria voor ons de genade verkrijgen een extraverte Kerstmis te beleven, niet verstrooid, maar extravert: moge in het centrum niet ons ik maar het Gij van Jezus en het gij van de broeders staan, vooral van degenen die een hand nodig hebben. Dan zullen wij plaats maken voor de Liefde die ook vandaag vlees wil worden en onder ons wil komen wonen.