
Paus Benedictus XVI - 25 december 2005
Tot het leven van de heiligen hoort niet alleen hun aardse biografie, maar ook hun leven en werken vanuit God na hun dood. In de heiligen wordt het zichtbaar: wie naar God gaat, gaat niet weg van de mensen, maar komt hen pas werkelijk nabij. Nergens zien we dat méér dan bij Maria. Het woord van de Gekruisigde tot de leerlingen, tot Johannes en door hem heen tot alle leerlingen van Jezus: “Zie daar uw moeder” (Joh. 19, 27), wordt door alle generaties heen steeds opnieuw waar. Maria is inderdaad tot moeder van alle gelovigen geworden. De mensen van alle tijden en van alle delen der aarde komen tot haar moederlijke goedheid en tot haar maagdelijke reinheid en schoonheid, in hun noden en verwachtingen, in hun vreugden en lijden, in hun eenzaamheid en als gemeenschap. En steeds ervaren zij het geschenk van haar goedheid, ervaren zij de onuitputtelijke liefde die zij uit de grond van haar hart uitdeelt. De dankbetuigingen die haar in alle werelddelen en culturen worden gebracht, zijn de erkenning van haar reine liefde, die niet zichzelf zoekt, maar gewoon alleen maar het goede wil. De verering door de gelovigen laat tegelijk zien, dat zij er een onfeilbaar gevoel voor hebben hoe zulke liefde mogelijk wordt: door de innigste eenwording met God, door van Hem doordrongen te zijn, waardoor degenen die uit de bron van Gods liefde heeft gedronken, zelf tot een bron wordt “waaruit stromen van levend water vloeien” Vgl. Joh. 7, 38 . Maria, de Maagd, de Moeder, laat ons zien wat liefde is, waaraan ze ontspringt, en haar steeds weer hernieuwde kracht ontleent. Aan haar vertrouwen wij de Kerk toe, haar zending in dienst van de liefde:
Heilige Maria, Moeder van God,
U hebt aan de wereld
het ware licht geschonken,
Jezus, uw Zoon - Gods Zoon.
U hebt uzelf geheel en al
aan de roeping van God overgegeven,
en bent zo tot bron geworden
van de goedheid die uit Hem stroomt.
Laat ons Jezus zien. Breng ons bij Hem.
Leer ons Hem kennen en Hem liefhebben,
opdat ook wij zelf
mensen van waarachtige liefde
kunnen worden,
en bronnen van levend water,
temidden van een dorstende wereld.Gegeven te Rome, bij Sint Petrus, op 25 december, het Hoogfeest van de Geboorte des Heren, in het jaar 2005, het eerste van mijn pontificaat.
Paus Benedictus XVI