Paus Benedictus XVI - 25 december 2005
In de volgende nacht verschijnt Jezus zelf hem in een droom, bekleed met deze mantel, en bevestigt daarmee de eeuwige geldigheid van de woorden uit het evangelie: “ Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed... Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan” (Mt. 25, 36.40). Vgl. Sulpicius Severus, Vita Sancti Martini. 3, 1-3: SCh 133, 256-258 Maar men zou nog zoveel méér getuigenissen van liefde kunnen aanhalen uit de geschiedenis van de Kerk! Op een bijzondere manier komt zij tot uitdrukking in de opmerkelijke dienst van daadwerkelijke naastenliefde die heel de monastieke beweging waarmaakt, van af haar begin bij de heilige abt Antonius. In de ontmoeting “van aangezicht tot aangezicht” met God, die de liefde zelf is, ervaart de monnik de dringende eis, zijn hele leven om te vormen in dienstbaarheid - in dienst aan God en dienst aan de naaste. Zo zijn de grote gast-, zieken- en armenhuizen te verklaren die naast de kloosters zijn ontstaan. En zo zijn ook de grote initiatieven voor de menselijke vooruitgang en de christelijke opvoeding te verklaren die vooral bedoeld zijn voor de allerarmsten; over hen hebben zich de monastieke orden en de bedelorden het eerst ontfermd, en vervolgens door heel de geschiedenis van de Kerk heen de verschillende mannelijke en vrouwelijke religieuze ordes. Heiligenfiguren als Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Franciscus van Assisi
(27 januari 2010), Ignatius van Loyola, Johannes de Deo, Camillus de Lellis, Vincentius a Paolo, Louise de Marillac, Paus Benedictus XVI - Audiëntie
HH. Leonardo Murialdo en Giuseppe B. Cottolengo
7e catechese in de reeks naar aanleiding van het Jaar van de PriesterOverwegingen bij de voorbereiding op het bezoek aan de Lijkwade van Turijn
(28 april 2010), Johannes Bosco, Luigi Orione en Teresa van Calcutta - om er slechts enkelen te noemen - zijn beroemde voorbeelden van sociale liefdadigheid voor alle mensen van goede wil, omdat zij mensen zijn van geloof, hoop en liefde.