DEUS CARITAS ESTGod is Liefde
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Encycliek)
Paus Benedictus XVI -
25 december 2005
Na al deze overwegingen over het wezen van de liefde en haar interpretatie binnen het bijbelse geloof, blijft nog een tweevoudige vraag over met betrekking tot ons gedrag: kunnen wij eigenlijk God wel liefhebben die wij niet zien? En: kan men de liefde gebieden? Tegen het dubbelgebod van de liefde bestaat het dubbele bezwaar dat in deze vragen doorklinkt. Niemand heeft God ooit gezien - hoe zouden wij Hem dan liefhebben? En vervolgens: liefde kan men niet bevelen, zij is toch een gevoel, dat er is of niet is, maar dat niet door de wil kan worden opgeroepen. De Schrift lijkt het eerste bezwaar te bevestigen, waar staat: “
Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die hij nooit heeft gezien” (
1 Joh. 4, 20). Maar deze tekst sluit de liefde tot God helemaal niet als iets onmogelijks uit - integendeel, zij wordt in de samenhang van de zojuist aangehaalde
eerste Johannesbrief uitdrukkelijk verlangd. Onderstreept wordt de onlosmakelijke verbinding van liefde tot God en naastenliefde. Beide horen zo samen, dat de bewering God lief te hebben tot leugen wordt, wanneer de mens zich sluit voor de naaste of hem zelfs haat. Men dient dit vers van Johannes veeleer in die zin uit te leggen, dat de naastenliefde een weg is om ook God te ontmoeten, en dat zich van de naaste afwenden ook voor God blind maakt.