
Paus Franciscus - 4 november 2018
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
Midden in het Evangelie van deze zondag Vgl. Mc. 12, 28b-34 , staat het gebod van de liefde: liefde voor God en liefde voor de naaste. Een Schriftgeleerde vraagt aan Jezus: “wat is het allereerste gebod?” (Mc. 12, 28). Hij antwoordt met de geloofsbelijdenis waarmee elke jood zijn dag begint en eindigt en die begint met de woorden : “Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer” (Deut. 6, 4). Zo bewaart Israel zijn geloof in de fundamentele realiteit van heel zijn credo : er is slechts één Heer en deze Heer is de “onze”, in deze zin dat Hij zich met ons verbonden heeft door een onlosmakelijk verbond, Hij heeft ons bemind, Hij bemint ons en zal ons altijd beminnen. Uit die bron, deze liefde van God, vloeit het dubbele gebod voor ons voort: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. (...) Gij zult uw naaste beminnen als uzelf” (Mc. 12, 30-31).
De evangelist Markus doet geen moeite om te preciseren wie de naaste is, want de naaste is degene die ik onderweg, tijdens de dag ontmoet. Men mag geen preselectie maken van zijn naaste: dat is niet christelijk. Denkt ge dat mijn naaste degene is die ge hebt uitgekozen? Nee, dat is niet christelijk, dat is heidens. Het gaat erom ogen te hebben om hem te zien en een hart om het goede voor hem te willen. Als wij ons oefenen om met Jezus’ blik te kijken, zullen wij iemand in nood altijd horen en naast hem staan. De behoeften van de naaste vereisen zeker een efficiënt antwoord, maar vooreerst contact. Men kan in beeldspraak zeggen dat wie honger heeft, niet alleen een bord soep nodig heeft, maar ook een glimlach, een luisterend oor en zelfs een gebed, dat misschien samen gedaan wordt.
God die liefde is, heeft ons uit liefde geschapen en om elkaar te beminnen terwijl wij met Hem verenigd blijven. Het zou een illusie zijn te beweren dat we de anderen beminnen maar God niet; en het zou een even grote illusie zijn te beweren dat we God beminnen maar niet de naaste. De twee dimensies van de liefde, voor God en de naaste, typeren een leerling van Christus door hun eenheid.
Moge de Maagd Maria ons helpen dit verhelderend onderricht op te nemen en er in het dagelijks leven van te getuigen.
Dierbare broers en zussen, ik spreek mijn verdriet uit over de terroristische aanslag die de Koptisch-orthodoxe kerk in Egypte twee dagen geleden heeft getroffen. Ik bid voor de slachtoffers, pelgrims die werden gedood alleen omdat ze christen zijn. En ik vraag de Allerheiligste Maria om de families en de gehele gemeenschap te troosten. Laten we samen bidden tot Onze Lieve Vrouw:
Wees gegroet Maria …
{...}