
Synodesecretariaat - 27 oktober 2018
De wereld van de arbeid blijft een terrein waarop de jongeren hun creativiteit en vermogen om te vernieuwen tot uitdrukking brengen. Tegelijkertijd ervaren zij vormen van uitsluiting en marginalisering. De eerste en ernstigste is de jeugdwerkeloosheid, die in sommige landen buitensporige niveaus bereikt. Behalve dat gebrek aan werk hen arm maakt, fnuikt dit in de jongeren een einde aan het vermogen om te dromen en te hopen en berooft hen van de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de maatschappij. In veel landen hangt deze toestand af van het feit dat sommige categorieën van de jeugdige bevolking zonder de juiste beroepsvaardigheden zijn, ook ten gevolge van de tekorten van het systeem van opvoeding en vorming. Vaak beantwoordt de onbestendigheid van banen die de jongeren treft, aan economische belangen die de arbeid uitbuiten.