
Synodesecretariaat - 27 oktober 2018
Er zijn vragen betreffende het lichaam, de affectiviteit en de seksualiteit die een meer diepgaande antropologische, theologische en pastorale uitwerking nodig hebben, uit te voeren in de meest geschikte modaliteiten en niveaus, van lokaal tot universeel. Hiervan komen met name die naar voren die verband houden met het verschil en de harmonie tussen mannelijke en vrouwelijke identiteit en seksuele neigingen. In dit opzicht bevestigt de synode opnieuw dat God van elke persoon houdt en dat geldt ook voor de Kerk en hernieuwt haar toewijding tegen elke vorm van discriminatie en geweld op basis van seksualiteit. Evenzeer herbevestigt het de bepalende antropologische relevantie van het verschil en de wederkerigheid tussen man en vrouw en beschouwt het als reductief om de identiteit van mensen alleen te definiëren vanuit de “seksuele oriëntatie” Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de pastorale zorg voor homoseksuelen, Homosexualitatis problema (1 okt 1986), 16 In veel christelijke gemeenschappen bestaan er al wegen van begeleiding in het geloof van homoseksuele mensen. De synode beveelt aan om dergelijke wegen aan te moedigen. Op deze wegen worden mensen geholpen om hun eigen geschiedenis te lezen; om zich vrij en verantwoordelijk te houden aan hun eigen dooproeping; om het verlangen te herkennen om bij te dragen aan het leven van de gemeenschap; om de beste manieren te onderscheiden om dit te bereiken. Op die manier helpen we iedere jongere, niemand uitgezonderd, om de seksuele dimensie meer en meer te integreren in hun persoonlijkheid, door te groeien in de kwaliteit van relaties en door te lopen naar de gave van het zelf.
178 placet, 65 non placet