Paus Franciscus - 20 mei 2018
Beste jongeren,
Samen met jullie wil ik nadenken over de zending die Jezus ons heeft toevertrouwd. Wanneer ik mij tot jullie richt, wil ik alle Christenen daarbij insluiten die in de Kerk het avontuur van hun bestaan als kinderen van God beleven. Wat mij ertoe brengt tot allen te spreken, wanneer ik met jullie in gesprek ben, is de zekerheid dat het christelijk geloof altijd jong blijft, wanneer het zich openstelt voor de zending die Christus ons geeft. “De zending versterkt het geloof” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 2, schreef de heilige Johannes Paulus II, een Paus die veel van de jongeren hield en zich zeer aan hen heeft gewijd.
De synode die wij komende missiemaand oktober zullen houden, biedt ons de gelegenheid in het licht van het geloof beter te begrijpen wat de Heer Jezus tegen jullie, jongeren, en door jullie tegen de Christengemeenschappen wil zeggen.
Iedere man en vrouw is een zending en dit is de reden waarom hij of zij op aarde leeft. Aangetrokken en gezonden worden zijn twee bewegingen die ons hart, vooral wanneer het jong is, voelt als innerlijke krachten van de liefde, krachten die de toekomst beloven en ons bestaan voortstuwen. Niemand voelt zoals de jongeren hoezeer het leven binnendringt en aantrekt. De eigen verantwoordelijkheid voor de wereld met vreugde beleven is een grote uitdaging. Ik ken de licht- en schaduwkanten van het jong zijn goed en als ik denk aan mijn jeugd en mijn familie, herinner ik mij de intensiteit van de hoop op een betere toekomst. Het feit dat wij ons niet in deze wereld bevinden door en beslissing van onszelf, laat ons voelen dat er een initiatief is dat aan ons voorafgaat en ons doet bestaan. Ieder van ons is geroepen over deze werkelijkheid na te denken: “Ik ben een zending op deze aarde en daarom bevind ik mij in deze wereld”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 273
Door te verkondigen wat zij om niet heeft ontvangen Vgl. Mt. 10, 8 Vgl. Hand. 3, 6 kan de Kerk met jullie, jongeren, de weg en de waarheid delen die voeren tot de zin van het leven op deze aarde. Jezus Christus, die voor ons is gestorven en verrezen, doet een beroep op onze vrijheid en daagt ons uit om deze ware en volle zin te zoeken, te ontdekken en te verkondigen. Beste jongeren, wees niet bang voor Christus en zijn Kerk! In hen bevindt zich de schat die het leven van vreugde vervult. Ik zeg jullie dit uit ervaring: dankzij het geloof heb ik het fundament van mijn dromen en de kracht om ze te verwezenlijken gevonden. Ik heb veel lijden, veel armoede het gezicht van zoveel broeders en zusters zien verminken. En toch voor wie bij Christus is, is het kwaad een uitdaging om steeds meer lief te hebben. Veel mannen en vrouwen, veel jongeren hebben zich edelmoedig gegeven soms tot aan de marteldood toe uit liefde voor het evangelie ten dienste van hun broeders en zusters. Van het kruis van Jezus leren wij de goddelijke logica van het offer van onszelf Vgl. 1 Kor. 1, 17-25 als verkondiging van het Evangelie voor het leven van de wereld. Vgl. Joh. 3, 16 Door de liefde voor Christus in vuur en vlam gezet worden verteert degene die brandt, en doet degene die men liefheeft, groeien, het verlicht en verwarmt hen. Vgl. 2 Kor. 5, 14 In de school van de heiligen, die ons openstellen voor de weidse horizonten van God, nodig ik jullie uit om je in iedere omstandigheid af te vragen: “Wat zou Christus in mijn plaats doen?”.
Ook jullie, jongeren, zijn door het doopsel levende ledematen van de Kerk en samen hebben wij de zending het Evangelie aan allen te brengen. Jullie leven is aan het opbloeien. Groeien in de genade van het geloof dat aan ons door de Sacramenten van de Kerk is doorgegeven, betrekt ons bij vele generaties van getuigen, waar de wijsheid van wie ervaring heeft, getuigenis en bemoediging wordt voor wie zich voor de toekomst openstelt. En de frisheid van de jongeren wordt op haar beurt steun en hoop voor wie dicht bij het einddoel van zijn weg is. In het samenleven van mensen in verschillende leeftijdsfasen vormt de zending van de Kerk bruggen tussen de verschillende generaties, waarbij het geloof in God en de liefde voor de naaste een bron voor diepe eenheid zijn.
Dit doorgeven van het geloof, de kern van de zending van de Kerk, gebeurt dus door de “besmetting” van de liefde, waarin de vreugde en het enthousiasme de hervonden zin van het leven tot uitdrukking brengen. De voortplanting van het geloof door aantrekkingskracht vraagt om een open hart dat door de liefde wijd open staat. Het is onmogelijk aan de liefde grenzen te stellen: sterk als de dood is de liefde (Hoogl. 8, 6). En deze verbreiding brengt de ontmoeting, het getuigenis, de verkondiging tot stand; zij brengt het in liefde delen tot stand met degenen die, ver van het geloof, zich ten opzichte daarvan onverschillig tonen, soms afkerig of vijandig, menselijke, culturele en godsdienstige omgevingen die nog onbekend zijn met het Evangelie van Jezus en de sacramentele aanwezigheid van de Kerk, vertegenwoordigen de uiterste periferieën, de “uiteinden der aarde”, waarnaar vanaf het Pasen van Jezus zijn missionaire leerlingen zijn gezonden, in de zekerheid hun Heer altijd bij zich te hebben. Vgl. Mt. 28, Mt. 20 Vgl. Hand. 1, 8 Hierin bestaat wat wij de missio ad gentes noemen. De meest verlaten periferie van de mensheid die behoefte heeft aan Christus, is de onverschilligheid ten opzichte van het geloof of zelfs de haat tegen de goddelijke volheid van het leven. Iedere materiële en geestelijke armoede, iedere discriminatie tussen broeders en zusters is altijd het gevolg van het afwijzen van God en zijn liefde.
De uiteinden der aarde, beste jongeren, zijn voor jullie vandaag relatief en gemakkelijk “bereikbaar”. De digitale wereld, de maatschappelijke netwerken waarvan alles rondom ons doortrokken en doordrongen is, zal grenzen doen verwateren, randen en afstanden doen verdwijnen, verschillen verminderen. Alles lijkt binnen handbereik, alles lijkt zo dichtbij en direct te zijn. En toch: wij kunnen ontelbare contacten hebben, maar zonder een geëngageerd geven van ons leven zullen wij nooit werkelijk deel uitmaken van een gemeenschap van leven. De zending tot naar de uiteinden der aarde vraagt om de zelfgave in de roeping die ons is gegeven door Hem die ons op deze aarde heeft geplaatst. Vgl. Lc. 9, 23-25 Ik durf te zeggen dat voor een jongere die Christus wil volgen, het wezenlijke is te zoeken naar en in te stemmen met de eigen roeping.
Ik ben dankbaar voor alle kerkelijke instellingen die het jullie mogelijk maken de in zijn Kerk levende Christus persoonlijk te ontmoeten: parochies, verenigingen, bewegingen, religieuze gemeenschappen, verschillende uitdrukkingen van missionaire dienstbaarheid. Zeer veel jongeren vinden in het missionair vrijwilligerswerk een vorm om de “geringsten” te dienen Vgl. Mt. 25, 40 door de menselijke waardigheid te bevorderen en te getuigen van de vreugde om lief te hebben en Christen te zijn. Deze kerkelijke ervaringen zorgen ervoor dat de vorming van ieder niet alleen maar een voorbereiding is voor eigen professioneel succes, maar helpt om de gaven die de Heer geeft te ontwikkelen en om de ander beter te dienen. Deze prijzenswaardige vormen van tijdelijke missionaire dienstbaarheid zijn een vruchtbaar begin en kunnen bij de onderscheiding van jullie roeping jullie helpen beslissen voor de totale gave van jezelf als missionaris.
Uit een jong hart zijn de Pauselijke Missiewerken ontstaan om de verkondiging van het Evangelie aan alle volken te ondersteunen door bij te dragen aan de menselijke en culturele groei van zoveel bevolkingen die dorsten naar de Waarheid. Het gebed en de materiële hulp die edelmoedig door de Pauselijke Missiewerken wordt gegeven en verdeeld, helpen de Heilige Stoel ervoor te zorgen dat allen die voor hun eigen behoefte iets ontvangen, op hun beurt in staat kunnen zijn in de eigen omgeving te getuigen. Niemand is zo arm dat hij niet kan geven wat hij heeft, maar eerst nog wat hij is. Ik herhaal graag de aansporing die ik tot de Chileense jongeren heb gericht: “Denk nooit dat je niets te geven hebt of dat je niemand nodig hebt. Veel mensen hebben jou nodig, denk daaraan. Laat ieder van jullie in zijn hart denken: veel mensen hebben mij nodig”. Paus Franciscus, Toespraak, Heiligdom van Maipu (Chili), Ontmoeting met de jongeren, (17 jan 2018)
Beste jongeren, komende missiemaand oktober, waarin de aan jullie gewijde synode plaats zal vinden, zal weer een gelegenheid zijn om ons tot missionaire leerlingen te maken die steeds hartstochtelijker zijn voor Jezus en zijn zending tot aan de uiteinden der aarde. Ik vraag Maria, Koningin van de apostelen, de heiligen Franciscus Xaverius en Teresia van het Kind Jezus, de zalige Paulus Manna voor ons allen ten beste te spreken en ons altijd te vergezellen.
Vanuit het Vaticaan, 20 mei 2018, Hoogfeest van Pinksteren
Franciscus