2 maart 2018
DE SYNODALITEIT IN HET LEVEN EN DE ZENDING VAN DE KERK | |||
► | Naar een theologie van de synodaliteit | ||
► | Synodaliteit in de dynamiek van de katholieke gemeenschap |
"Iedere afzonderlijke Kerk, die zich vrijwillig van de universele Kerk zou willen afsnijden, zou haar verwantschap met Gods plan verliezen ( ..... ). Maar tegelijkertijd zou een Kerk 'verspreid over de hele wereld' (toto orbe diffusa) een abstractie worden, als zij niet juist door de afzonderlijke Kerken belichaamd zou worden en leven zou aannemen. Alleen voortdurende aandacht voor deze twee polen van de Kerk zal ons in staat stellen de rijkdom van deze relatie te herkennen." H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 62 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk over enkele aspecten van de Kerk als Communio., Communionis notio (28 mei 1992), 7-10
De intrinsieke correlatie van deze twee polen kan worden uitgedrukt als een wederzijdse inwoning van het universele en het lokale in de ene Kerk van Christus. In de Kerk, in zoverre ze katholiek is, is verscheidenheid niet louter co-existentie, maar een innige relatie in onderlinge samenhang en afhankelijkheid: een kerkelijke perichoresis waarin de trinitaire gemeenschap haar kerkelijke weerspiegeling vindt. De gemeenschap van de Kerken onderling in de ene universele Kerk belicht de kerkelijke betekenis van het collegiale "wij" van het episcopaat dat verzameld is in de eenheid cum Petra et sub Petra.
De lokale Kerken zijn gemeenschappelijke subjecten die op een originele manier het ene volk van God in verschillende culturele en sociale contexten realiseren en hun gaven delen in een wederzijdse uitwisseling ter bevordering van "banden van innige gemeenschap." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13. c De verscheidenheid van de lokale Kerken - met hun eigen kerkelijke disciplines, liturgische riten, theologische patrimonium, spirituele gaven en canonieke normen - "stelt de katholiciteit van de onverdeelde Kerk in een helderder licht." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 23 Petrus' dienstwerk, het centrum unitatis, "beschermt de rechtmatige verscheidenheid en zorgt er tevens voor dat het bijzondere de eenheid niet zou schaden, maar veeleer bevorderen." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13. c Het ambt van Petrus staat ten dienste van de eenheid van de Kerk en garandeert de eigenheid van elke plaatselijke Kerk. Synodaliteit beschrijft de weg die gevolgd moet worden om de katholiciteit van de Kerk te bevorderen in de onderscheiding van de wegen die samen in de universele Kerk en afzonderlijk in elke lokale Kerk moeten worden bewandeld.