Altijd houden men voor ogen het voorbeeld van de gelovigen in de oude Kerk van Jeruzalem, waarin
“zij alles gemeenschappelijk bezaten” (
Hand. 4, 32), en
”waarin daarvan aan ieder werd uitgedeeld naar zijn behoefte” (
Hand. 4, 35). Het is daarom zeer aan te bevelen, dat er vooral in gebieden, waar het levensonderhoud van de geestelijkheid geheel of voor een groot gedeelte afhankelijk is van de bijdragen van de gelovigen, een diocesane instelling komt, die goederen, voor dit doel bestemd, bijeenbrengt. Deze instelling wordt dan beheerd door de bisschop, terzijde gestaan door gedelegeerde priesters en, waar het nuttig lijkt, ook door economische deskundigen uit de leken. Het is ook wenselijk dat er, zo mogelijk, in elk diocees of in elk gebied een algemeen fonds wordt gevormd, waaruit de bisschoppen kunnen voldoen aan andere verplichtingen jegens personen in dienst van de Kerk en de verschillende noden van het diocees kunnen lenigen, en waardoor de meer welvarende diocesen hulp kunnen geven aan de armere, zodat hun overvloed het gebrek van de andere ten goede komt.
Vgl. 2 Kor. 8, 14
Ook dit algemeen fonds moet hoofdzakelijk worden gevormd uit bijdragen van de gelovigen, maar ook uit inkomsten van andere bronnen, door het recht vast te stellen.
Bovendien moeten in landen, waar nog geen goed geregelde sociale voorzieningen bestaan ten behoeve van de geestelijkheid, de bisschoppenconferenties hierin voorzien, door middel van diocesane instellingen, ook in federatief verband, of door middel van instellingen voor verschillende diocesen tegelijk, of door middel van een organisatie voor het hele gebied, altijd met eerbiediging van de kerkelijke en burgerlijke wetten. Deze instellingen zullen onder toezicht van de hiërarchie maatregelen treffen voor gezondheidszorg en medische hulp en voor een behoorlijk levensonderhoud van priesters, die ziek, invalide of hoog behaard zijn. De priesters zullen aan deze instellingen, waar die bestaan, hun steun geven in een geest van solidariteit jegens hun broeders, waardoor zij hen helpen in hun moeilijkheden Vgl. 2 Kor. 8, 14
; en laten zij bedenken, dat zij op die manier verlost worden van de zorgen voor de toekomst en zich met een sterkere evangelische geest kunnen toeleggen op de armoede en zich helemaal kunnen wijden aan het geestelijk heil van de mensen. Laten de verantwoordelijke personen ernaar streven de instellingen van verschillende landen, die hetzelfde doel beogen,
