7 december 1965
Het woord Gods is een zaad, dat ontkiemt in goede aarde, die bevrucht wordt door hemelse dauw, dat het levenssap tot zich trekt, omvormt en in zich opneemt en tenslotte rijke vruchten voortbrengt. Inderdaad, naar het voorbeeld van de heilsorde der Menswording hebben de jonge Kerken, die in Christus zijn geworteld en gebouwd op het fundament van de apostelen, het wonderbaar vermogen om alle rijkdommen in zich op te nemen van de volken, die aan Christus tot erfdeel zijn gegeven Vgl. Ps. 2, 8 . Zij nemen uit de gewoonten en tradities, de wijsheid en de leer, de kunst en de wetenschap van hun eigen volk alle elementen over, die kunnen bijdragen tot de verheerlijking van de Schepper, tot een betere kennis van de genade van de Verlosser en tot de juiste ordening van het christelijk leven Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13.
De verwezenlijking van dit doel vereist binnen elk groot z.g. sociocultureel gebied het op gang brengen van een theologische benaderingswijze, die in het licht van de traditie der universele Kerk de feiten en woorden, die door God zijn geopenbaard, in de H. Schrift staan opgetekend en door de kerkvaders en het kerkelijk leerambt zijn verklaard, aan een nieuw onderzoek onderwerpt. Zo zal het duidelijker worden, langs welke weg het geloof, rekening houdend met de filosofie of de wijsheid van de volken, tot dieper inzicht kan komen en hoe de gewoonten, de levensopvatting en de maatschappelijke orde in overeenstemming kunnen worden gebracht met het zedelijk leven, zoals dat in de openbaring ligt opgesloten. Hierdoor staat de weg open naar een diepere aanpassing op heel het gebied van het christelijk leven. Zo zal iedere schijn van syncretisme en vals particularisme worden vermeden, het christelijk leven worden aangepast aan de geest en het karakter van iedere cultuur H. Paus Paulus VI, Homilie, "Wie zijn dat?" - bij de Heiligverklaring van de Martelaren van Oeganda, "Hi, qui amicti" (18 okt 1964), en zullen de bijzondere tradities, samen met de eigen waarden van iedere nationale gemeenschap, gelijk ze verlicht worden door het Evangelie, worden opgenomen in de katholieke eenheid. Tenslotte zullen de jonge particuliere Kerken met heel de rijkdom van hun tradities hun eigen plaats gaan innemen in de kerkelijke gemeenschap, met eerbiediging van het primaat van Petrus' Stoel, die de leiding heeft van de gehele liefdegemeenschap Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13.
Het is daarom gewenst en ten zeerste aan te bevelen, dat de bisschoppenconferenties binnen de grenzen van elk groot sociocultureel gebied tot samenwerking komen om eensgezind en volgens gemeenschappelijke planning dit werk van aanpassing te kunnen uitvoeren.