DIGNITATIS HUMANAEOver de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden
(Soort document: 2e Vaticaans Concilie - Verklaring)
7 december 1965
Elk gezin, als zijnde een gemeenschap met een eigen en oorspronkelijk recht, heeft het recht om vrij zijn godsdienstig gezinsleven te regelen onder leiding van de ouders. En aan de ouders komt het recht toe om overeenkomstig hun eigen godsdienstige overtuiging te beslissen over de aard van de godsdienstige opvoeding, die hun kinderen zullen ontvangen. De burgerlijke overheid behoort dus het recht te erkennen van de ouders om met werkelijke vrijheid scholen of andere opvoedingsmiddelen te kiezen, en men mag hun vanwege deze vrijheid van keuze noch rechtstreeks noch zijdelings onrechtvaardige lasten opleggen. Bovendien is het een inbreuk op de rechten van de ouders, als hun kinderen gedwongen worden, lessen te volgen, die niet beantwoorden aan de godsdienstige overtuiging van de ouders of als er één enkel opvoedingssysteem wordt opgelegd, waarin iedere religieuze vorming is uitgesloten.
© 1966, Ecclesia Docens 0747, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum