21 november 1964
De gelovigen zijn verplicht, op zon- en feestdagen de goddelijke Liturgie mee te vieren of, overeenkomstig de voorschriften of het gebruik, deel te nemen aan het goddelijk Officie Vgl. Synode van Laodicia, Canones (1 jan 364), 29 Zie S. Nicephorus, C.P., cap. XIV; Syn. Duinen. Armenorum van 719, can. 31; S. Theodorus Studita, serm. 21; Vgl. Paus Nicolaas I, Antwoorden aan de Bulgaren, Ad consulta vestra bulgarorum (13 nov 866). : "In quorum Apostolorum"; "Nos Cupitis"; "Quod interrogatis"; "Praeterea consulitis"; "Si die Dominica" Zie en particuliere synoden Om de gelovigen de vervulling van deze plicht te vergemakkelijken wordt bepaald, dat de tijd, waarbinnen men aan dit voorschrift kan voldoen, loopt vanaf de Vespers van de vigilie tot aan het einde van de zon- of feestdag. Dit is iets nieuws, tenminste waar de verplichting bestaat, de heilige Liturgie bij te wonen; het houdt overigens verband met de liturgische dag bij de oosterse christenen. De gelovigen worden dringend aangespoord om op deze dagen en nog vaker en zelfs dagelijks de heilige Eucharistie te ontvangen. Zie de Canones Apostolorum, 8 en 9; de Synode van Antiochië van 341, can. 2; Timotheus van Alexandrië, Interrogatio; Innocentius III, Constitutie Quia divinae van 4 januari 1215; en talrijke jongere particuliere synoden van de Oosterse Kerken.