21 november 1964
Voor de instellingen, de liturgie, de kerkelijke tradities en de ordening van het christelijk leven van de Oosterse Kerken heeft de katholieke Kerk grote waardering. Want, omdat zij zich mogen beroemen op een eerbiedwaardige oudheid, komt daarin de overlevering naar voren, die langs de Vaders teruggaat op de apostelen Paus Leo XIII, Apostolische Brief, Orientalium Dignitas (30 nov 1894), 11 en die deel uitmaakt van het door God geopenbaarde en ondeelbare erfgoed van de universele Kerk. In haar zorg voor de Oosterse Kerken, de levende getuigen van deze traditie, en in het verlangen, dat zij tot steeds groter bloei zullen komen en met nieuwe apostolische energie de haar toevertrouwde taak zullen vervullen, heeft deze Heilige en Oecumenische Synode besloten om, naast haar beslissingen aangaande de gehele Kerk, enkele hoofdpunten vast te stellen, daarbij de andere punten overlatend aan de zorg van de Oosterse Synoden en van de Apostolische Stoel.