H. Paus Johannes Paulus II - 12 november 1988
In deze inspanning kan een belangrijke impuls komen van het Pauselijk Instituut voor Huwelijk- en Gezinsstudies, waarvan het doel juist is om de mogelijkheid te geven dat "meer en meer met gebruikmaking van wetenschappelijke methodes de waarheid over het huwelijk en het gezin onderzocht wordt" en door aan religieuzen en priesters "een wetenschappelijke en filosofisch-theologische vorming te bieden in dit gebied, evenals in de menswetenschappen" dat hen geschikt maken om effectief te opereren in de pastorale dienst aan de gezinnen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Oprichting van het Pauselijk Instituut voor studie van huwelijk en gezin, Magnum Matrimonii Sacramentum (7 okt 1982), 3
Echter, als de morele kwesties die verband houden met "H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)" en "H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Familiaris Consortio
Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd
(22 november 1981)" de juiste plaats krijgen in dit belangrijke gebied van het werk en de zending van de Kerk, dan is het noodzakelijk de pastorale zorg voor het gezin te verbeteren, en om verantwoordelijke reactie van leken aan te moedigen. Zij zijn de protagonisten van een kerkelijke actie die hen rechtstreeks aangaat. Dan zullen instituten zoals deze in verschillende landen gevestigd moeten worden. Op deze manier zal het mogelijk zijn om vooruitgang te boeken in de studie van de waarheid.
Bovenal is het noodzakelijk dat het onderwijs van moraaltheologie in seminaries en vormingsinstituten voldoen aan de richtlijnen van het leergezag, zodat zij herders voor God kunnen voortbrengen die "met één stem zullen spreken" H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 28 en "op geen enkele manier de heilzame leer van Christus weglaten." H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 29
Het is hier in het geding het gevoel van verantwoordelijkheid van de leerkrachten, die de eersten moeten zijn om hun leerlingen het voorbeeld te geven "van de eerlijke gehoorzaamheid die men zowel innerlijk als uiterlijk aan het kerkelijk leergezag verschuldigd is." H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 28