
Paus Franciscus - 7 juli 2018
De hoop heeft het gelaat van de kinderen. In het Midden-Oosten weent een schrikwekkend aantal jongeren om de gewelddadige dood van hun familieleden en ziet hun geboortestreek bedreigd, dikwijls met het enige vooruitzicht te moeten vluchten. Dat is de dood voor de hoop. De ogen van te veel kinderen hebben het grootste deel van hun leven puin gezien in plaats van scholen, het oorverdovend gebulder gehoord van bommen in plaats van feestelijke klanken van spelen. Moge de mensheid – ik smeek u – de kreet van de kinderen horen, wiens mond de glorie van God verkondigt. Vgl. Ps. 8, 3 Door hun tranen te drogen zal de wereld haar waardigheid terugvinden.
Denkend aan de kinderen – laat ons de kinderen niet vergeten! – gaan we tegelijk met de duiven, ons verlangen naar vrede de vrijheid geven. Moge de verzuchting naar vrede zich hoger verheffen dan alle donkere wolken. Mogen onze harten verenigd blijven en gericht naar de Hemel, in afwachting dat zoals ten tijde van de zondvloed, de tere twijg van de hoop terugkeert. Vgl. Gen. 8, 11