Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - Peter Kard. Turkson - 6 januari 2018
Tot slot volgen enkele specifieke ethische richtlijnen. Ze komen tegemoet aan de steeds uitdrukkelijker vraag van de betrokkenen zelf in de economische en financiële wereld. Hierbij gaat het om een onderscheiding die wegen opent voor wat de mens werkelijk mens maakt en wat zijn waardigheid en het algemeen belang in gevaar brengt. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 13 Belangrijke verduidelijkingen over dit onderwerp werden reeds gegeven Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Nota, Voor een hervorming van de internationale financiële en monetaire systeem vanuit het perspectief van een overheidsinstantie in de wereldwijde competentie (24 okt 2011), 4 We willen nu verder gaan op deze ingeslagen weg van onderscheiding, om een positieve ontwikkeling van het economische en financiële systeem te bevorderen en bij te dragen tot de opheffing van onrechtvaardige structuren die de positieve mogelijkheden van het systeem beperken.
Overeenkomstig kan men spreken van een “intoxicatie” van dit organisme telkens wanneer onbetrouwbare financiële en economische instrumenten worden geïntroduceerd en gepropageerd die de groei en verspreiding van rijkdom ernstig in gevaar brengen en die ook systeemproblemen en -risico’s creëren.
Dat verklaart de sterk toegenomen vraag aan de overheidsinstanties om aan ieder nieuw financieel product, een certificaat toe te kennen teneinde de gezondheid van het systeem te beschermen en negatieve neveneffecten te voorkomen. Zelfs vanuit economisch standpunt is gezondheid bevorderen en corruptie vermijden, een onafwendbaar moreel imperatief voor alle actoren die bij de markten betrokken zijn. Hieruit blijkt eens te meer de dringende noodzaak aan een supranationale coördinatie tussen de verschillende componenten van de lokale financiële systemen. Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 198
In dit verband moet worden opgemerkt dat samenwerking een bijzondere rol speelt bij de gezonde realisatie van een toegevoegde waarde aan de markten. Een loyale en intense synergie van de actoren kan gemakkelijk die meerwaarde bereiken die elke economische activiteit nastreeft. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 343
Wanneer de mens de fundamentele solidariteit erkent die hem met al zijn medemensen verbindt, dan weet hij dat hij de goederen waarover hij beschikt niet alleen voor zichzelf kan houden. Als hij solidariteit integreert in zijn leven, dienen goederen niet alleen voor zijn eigen behoeften, maar vermeerderen ze door dikwijls onverwachte vruchten voor anderen voort te brengen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 35 Eens te meer wordt hier duidelijk dat delen “niet alleen de verdeling, maar ook de vermeerdering van de goederen is, de schepping van een nieuw brood, nieuwe goederen, een nieuw Goed met een hoofdletter”. Paus Franciscus, Toespraak, Tot de deelnemers aan de ontmoeting over de gemeenschapseconomie, georganiseerd door de Focolaribeweging (4 feb 2017). L’Osservatore Romano, 5 februari 2017, 8.
Zo’n regelgeving wordt des te noodzakelijker omwille van het immorele gedrag van bepaalde actoren in de financiële wereld, een van de hoofredenen van de recente economische crisis. Bovendien draagt de actuele supranationale dimensie van het economische systeem ertoe bij om de door ieder land uitgevaardigde regels gemakkelijk te omzeilen. En de extreme volatiliteit en mobiliteit van de kapitaalinvesteringen in de financiële wereld laten toe dat de aandeelhouders gemakkelijk alle normen die geen onmiddellijke winst opleveren naast zich neerleggen. Dikwijls gebruiken ze hun dominante positie om druk uit te oefenen, zelfs op de politieke macht in kwestie.
Het is dan ook duidelijk dat de markten betrouwbare en sterke richtlijnen nodig hebben. Zowel voorzorgsmaatregelen op macroniveau als normatieve richtlijnen, die algemeen geldig en aanvaard zijn. Die regels moeten ook voortdurend bijgewerkt worden, aangezien de markten continu in beweging zijn. Deze richtlijnen moeten een serieuze controle waarborgen op de betrouwbaarheid en de kwaliteit van alle economische en financiële producten, vooral van de meest complexe. Als de snelheid van de innovatieprocessen buitensporige systeemrisico’s met zich meebrengt, moeten de economische actoren de eisen en de beperkingen die nodig zijn voor het algemeen welzijn aanvaarden. Ze moeten niet proberen deze te omzeilen of te beperken.
De huidige globalisering van het financiële systeem vereist een stabiele, duidelijke en daadwerkelijke coördinatie tussen de verschillende nationale regelgevingsinstanties van de markten, met de mogelijkheid en soms ook de verplichting om tijdig tot bindende maatregelen te komen, als het algemeen welzijn in gevaar is. Deze regelgevingsinstanties moeten altijd onafhankelijk blijven en zich aan de eisen van rechtvaardigheid en algemeen welzijn gebonden weten. De begrijpelijke moeilijkheden in dit verband mogen het onderzoek naar en de realisatie van zo’n regelgevingssystemen niet ontmoedigen. Die moeten leiden tot akkoorden tussen de verschillende landen maar met een effectieve supranationale geldigheid. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 67
De regels moeten voor een volledige transparantie van de handelsovereenkomsten zorgen om elke vorm van onrecht en ongelijkheid uit te sluiten en een zo evenwichtig mogelijk handelsverkeer te waarborgen. Dit is vooral nodig omdat de ongelijke concentratie van informatie en macht eerder geneigd is de sterkste economische actoren te versterken, waardoor hegemonieën ontstaan die unilateraal niet alleen de markten, maar ook de politieke en regelgevende systemen kunnen beïnvloeden. Waar een sterke deregulering plaatsvindt, ligt het voor de hand dat het juridische en institutionele vacuüm een voedingsbodem worden voor zowel morele risico’s en wanpraktijken als voor een irrationele euforie op de markten, die na de speculatieve zeepbellen plotse destructieve ineenstortingen en systeemcrisissen veroorzaakt. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Nota, Voor een hervorming van de internationale financiële en monetaire systeem vanuit het perspectief van een overheidsinstantie in de wereldwijde competentie (24 okt 2011), 1
Om systeemcrisissen te vermijden, is het aangewezen dat er onder bancaire kredietbemiddelaars een duidelijke definitie en onderscheid komen tussen het werkterrein van het gewone krediet- en spaarbeheer en dat van de investeringen en de pure business. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Nota, Voor een hervorming van de internationale financiële en monetaire systeem vanuit het perspectief van een overheidsinstantie in de wereldwijde competentie (24 okt 2011), 4 Daardoor zouden situaties van financiële instabiliteit zoveel mogelijk vermeden kunnen worden.
Een gezond financieel systeem moet ook zoveel mogelijk informatie geven zodat elke persoon volledig vrij en gewetensvol zijn belangen kan beschermen. Het is inderdaad belangrijk dat hij weet dat zijn kapitaal al dan niet voor speculatieve doeleinden belegd wordt. Ook moeten de risicograad en de juiste kosten van de financiële producten waarop hij zich inschrijft, gekend zijn. Dit geldt des te meer omdat spaargeld, vooral dat van gezinnen, meestal een te beschermen openbaar goed is dat gericht is op optimalisatie die de risico’s reduceert. Wanneer dit spaargeld aan financiële raadgevers met ervaring wordt toevertrouwd, moet het goed en niet alleen zakelijk beheerd worden.
In het beheer van het spaargeld door financiële raadgevers zijn volgende gedragingen moreel betwistbaar: buitensporige beweging van de effectenportefeuille met als doel om de inkomsten uit provisies voor de tussenpersonen te verhogen; het gebrek aan de vereiste onpartijdigheid bij het aanbieden van spaarproducten, - soms heeft men een onrechtmatige overeenkomst met bepaalde banken en biedt men hierdoor producten aan die niet goed afgestemd zijn op de behoeften van de cliënt -; het gebrek aan zorgvuldigheid of zelfs schuldige nalatigheid van de financiële raadgevers om de portefeuillebelangen van hun klanten te beschermen; het toestaan van een lening door een bancaire tussenpersoon op voorwaarde dat de klant zich tegelijkertijd inschrijft op een ander financieel product, uitgegeven door dezelfde financiële adviseur, maar dat eventueel minder gunstig is voor de klant.
Elke onderneming vormt een belangrijk netwerk van relaties en vertegenwoordigt op zijn eigen manier een echt intermediair sociaal orgaan met een eigen cultuur en praktijken. Deze bepalen niet alleen de interne organisatie van de onderneming, maar ze beïnvloeden ook het sociale weefsel waarin die werkzaam is. In dit verband vestigt de Kerk de aandacht op het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 45 Vgl. Paus Franciscus, Boodschap, 48e Wereldvredesdag (2015), Niet langer slaven, maar broeders (8 dec 2014), 5, dat zowel ad extra als ad intra van het bedrijf gestalte krijgt.
Daar waar pure winst bovenaan staat in de cultuur van een financiële onderneming en de bevordering van het algemeen welzijn geminacht wordt – wat vandaag zelfs in veel prestigieuze businessscholen het geval is – wordt iedere ethische benadering beschouwd als extern en bijkomstig aan de ondernemingsactiviteiten. Dit wordt nog versterkt door de bedrijfslogica dat zij die niet aan de doelstellingen van zo’n bedrijf voldoen, zowel op vlak van verloning als op dat van beroepserkenning, gestraft worden. In deze gevallen creëert de louter op winst georiënteerde doelstelling gemakkelijk een perverse en selectieve logica die vaak de weg naar de top vergemakkelijkt voor bekwame, maar hebzuchtige en gewetenloze personen, wiens omgang met anderen hoofzakelijk door egoïstisch eigenbelang gedreven wordt.
logica heeft vaak de bedrijfsleiding, het management, ertoe aangezet om een bedrijfspolitiek te voeren die niet de economische gezondheid van de bedrijven nastreeft, maar alleen de winst van de aandeelhouders (shareholders). Dit schaadt niet alleen de legitieme belangen van al degenen die door hun werk en dienstverlening de onderneming van nut zijn, maar ook de verbruikers en de verschillende lokale gemeenschappen (stakeholders). Dikwijls gestimuleerd door enorme vergoedingen, in geval van onmiddellijke bedrijfsresultaten, en niet in evenwicht gehouden door evenredige boetes in geval van niet-verwezenlijking van de doelstellingen, willen managers en aandeelhouders snel op korte termijn aanzienlijke winsten boeken. Ze laten zich verleiden tot buitensporige risico’s. Het gevolg is dat de bedrijven beroofd worden van hun economische bronnen die hen goede toekomstperspectieven hadden kunnen waarborgen.
Al deze factoren creëren en verspreiden gemakkelijk een verregaande immorele cultuur waarin men niet langer terugschrikt om misdaden te plegen als de beoogde voordelen groter zijn dan de verwachte straffen. Zo’n gedrag is erg schadelijk voor de gezondheid van ieder sociaal economisch systeem. Het brengt de functionaliteit ervan in gevaar en brengt ernstige schade toe aan de effectieve verwezenlijking van het algemeen welzijn dat nodig is voor alle vormen van sociaal leven.
Daarom is er dringend nood aan oprechte zelfkritiek en een trendbreuk in de richting van een ondernemings- en financiële cultuur die rekening houdt met alle factoren die het algemeen welzijn bepalen. Dit betekent bijvoorbeeld dat men de mens en de kwaliteit van de relaties tussen de mensen in het bedrijfsleven duidelijk centraal stelt. Waar dat gebeurt, kunnen de ondernemingen een vorm van sociale verantwoordelijkheid opnemen die niet louter toevallig of bijkomstig is, maar van binnenuit komt en een sociale richting geeft.
Juist hier kan de natuurlijke kringloop tussen winst, - een inherente factor aan elk economisch systeem -, en sociale verantwoordelijkheid, - een essentieel element voor het overleven van elke vorm van maatschappelijk samenleven -, zijn volle vruchtbaarheid onthullen. Dit circulaire karakter kan ook de onlosmakelijke band laten zien – iets wat de zonde probeert te verdoezelen – tussen een ethiek die mensen en het algemeen welzijn respecteert en de werkelijke functionaliteit van elk financieel economisch systeem. Deze positieve kringloop wordt bijvoorbeeld bevorderd door ernaar te streven om mogelijke conflicten met de stakeholders te verminderen en een grotere intrinsieke motivatie van de werknemers van een bedrijf te stimuleren.
Hier moet de creatie van de toegevoegde waarde, het belangrijkste doel van elk economisch en financieel systeem, ten volle zijn levensvatbaarheid laten zien binnen het kader van een solide ethisch systeem, precies omdat het gebaseerd is op een oprecht streven naar het algemeen welzijn. Alleen door de erkenning en de verwezenlijking van de intrinsieke band tussen de economische motivatie en het ethische oordeel kan iets goeds voor iedereen tot stand komen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 36 Want om goed te functioneren, moet de markt steunen op antropologische en ethische vooronderstellingen die zij niet in zichzelf kan vinden.
Het delicate beheer van spaargelden vraagt zeker niet alleen de vereiste wettelijke reglementering, maar ook passende culturele denkkaders met bovendien een zorgvuldige analyse van de relatie tussen bank en cliënt, zelfs vanuit ethisch standpunt, en een voortdurende controle van de legitimiteit van alle transacties die daarmee verband houden.
Om dit te bevorderen, lijkt het een interessant en uit te proberen voorstel om binnen de banken ethische commissies op te richten als ondersteuning van de raad van bestuur. Op die manier worden de banken niet alleen geholpen om hun balansen te vrijwaren van pijnlijke gevolgen en verliezen, maar ook om een daadwerkelijke overeenstemming te handhaven tussen hun statutaire missie en hun financiële praktijk, en daarnaast ook de reële economie daadwerkelijk te ondersteunen.
Het creëren van kredietobligaties met een hoog risico - die in werkelijkheid een soort fictieve waarde genereren, zonder adequate kwaliteitscontrole (quality control) en correcte kredietbeoordeling - kan bemiddelaars verrijken, maar leidt gemakkelijk tot insolvabiliteit ten nadele van degenen die deze effecten moeten recupereren. Dit geldt des te meer wanneer het kritische gewicht van deze effecten wordt opgeheven door de instelling die ze uitgeeft op de markt waarop ze worden gedistribueerd (bijvoorbeeld de effectisering van subprime-leningen), wat leidt tot wijdverbreide intoxicatie en problemen die het hele systeem kunnen aantasten. Een dergelijke verstoring van de markt is in strijd met de noodzakelijke gezondheid van het economische en financiële systeem en is onaanvaardbaar in het licht van een ethiek die het algemeen belang eerbiedigt.
Elk waardepapier moet met een reële en niet alleen met een vermoedelijke of moeilijk verifieerbare waarde overeenkomen. In die zin wordt een publieke regulering en super partes (onpartijdige) beoordeling van de werking van de ratingbureaus steeds dringender. Daarvoor zijn rechtsinstrumenten nodig die misbruiken kunnen bestraffen én de creatie van een gevaarlijke oligopolie kunnen voorkomen. Dit is vooral relevant voor producten van kredietbemiddelingssystemen die de verantwoordelijkheid van het verleende krediet van de oorspronkelijke kredietverstrekker naar een bemiddelaar doorschuiven.
Bepaalde financiële producten, waaronder “derivaten”, werden gecreëerd ter bescherming tegen risico’s die inherent zijn aan bepaalde transacties en zij zijn vaak een kansberekening op basis van de vermoedelijke waarde die aan deze risico’s verbonden zijn. Deze financiële instrumenten zijn gebaseerd op contracten waarbij partijen steeds in staat zijn een redelijke inschatting te maken van het fundamentele risico waartegen zij zich moeten verzekeren.
Bij bepaalde soorten derivaten, zoals de zogenoemde effectisering of securitisaties, stelt men vast dat men, vertrekkend van de oorspronkelijke structuren verbonden met identificeerbare financiële beleggingen, steeds complexere structuren (securitisaties van securitisaties) heeft opgebouwd. Daardoor kan men de reële waarde ervan nog moeilijk en na diverse transacties zelfs onmogelijk op een redelijke en billijke wijze vaststellen. Dit maakt dat er in elke fase van de aan- of verkoop van deze waardepapieren, buiten de wil van de betrokken partijen om, in feite sprake is van een vervalsing van de reële waarde van het risico, waartegen het instrument een bescherming zou moeten zijn. Mede daardoor ontstonden speculatieve zeepbellen die een cruciale rol speelden in de recente financiële crisis.
De onberekenbaarheid van deze producten ten gevolge van de geleidelijke afname van transparantie over de risico’s die ze verzekeren, wat nog duidelijk was in de eerste transactie, maakt dat ze steeds minder aanvaardbaar zijn vanuit een ethiek die de waarheid en het algemeen welzijn respecteert. Hun economische onbetrouwbaarheid maakt ze tot een soort tijdbom die vroeg of laat kan ontploffen en de gezondheid van de markten kan vergiftigen. Er is hier sprake van een gebrek aan ethiek, die nog verergert als deze producten verhandeld worden op de zogenaamde niet-gereglementeerde markten (over the counter). Meer dan op de gereglementeerde markten zijn ze blootgesteld aan toeval en zelfs aan fraude. Op die manier ontnemen ze de reële economie haar levenssap en investeringen.
Een gelijkaardige ethische beoordeling kan ook toegepast worden op het gebruik van credit default swap (de CDS: speciale verzekeringscontracten tegen het risico van een faillissement).
De CDS maken het mogelijk om op het risico van een faillissement van een derde te speculeren, zelfs zonder daarvoor een kredietrisico te nemen. Dit kan herhaald worden voor eenzelfde gebeuren, wat in standaardverzekeringscontracten absoluut verboden is.
Aan de vooravond van de economische crisis van 2007, was de CDS-markt zo sterk gegroeid dat haar waarde bijna het equivalent van het totale bbp op wereldniveau bedroeg. De onbeperkte verspreiding van dergelijke contracten deed de risicofinanciering en speculaties op het faillissement van anderen toenemen. Dat is vanuit ethisch oogpunt onaanvaardbaar.
In feite is de aankoop van dergelijke instrumenten door degenen die geen effectief kredietrisico lopen, een vreemd gegeven waarbij sommige actoren in het faillissement van andere ondernemingen geïnteresseerd zijn en hen zelfs aanzetten om in die richting te handelen.
Het ligt voor de hand dat een dergelijke mogelijkheid vanuit ethisch standpunt bijzonder verwerpelijk is, omdat het om een soort “economisch kannibalisme” gaat. Bovendien ondermijnt het uiteindelijk het basisvertrouwen dat noodzakelijk is om het economische systeem niet te laten blokkeren. Ook hier zien we hoe een ethisch negatieve situatie schadelijk is voor het goed functioneren van het economische systeem.
Daarom moet onderstreept worden dat we te maken hebben met uiterst immorele praktijken als dergelijke speculaties hele landen en miljoenen gezinnen enorm veel schade kunnen berokkenen. Het is dan ook noodzakelijk om de verbodsbepalingen, die al op zo’n soort praktijken in bepaalde landen van toepassing zijn, uit te breiden. Bovendien moeten overtredingen heel streng gestraft worden.
Deze belangrijke parameters hebben een sterke impact op het hele economische en financiële systeem, omdat ze dagelijks de aanzienlijke geldoverdracht beïnvloeden tussen partijen die op basis van deze tarieven contracten afsluiten. De manipulatie van het niveau van die tarieven is een ernstige ethische schending met verstrekkende gevolgen.
Het feit dat die manipulatie jarenlang straffeloos kon gebeuren, toont hoe broos en fraudegevoelig het financiële systeem is als het niet voldoende door regels gecontroleerd wordt en er geen proportionele sancties zijn voor de misdrijven van de betrokken actoren. Als er in deze context echte “netwerken” van medeplichtigheid ontstaan tussen de personen die normaliter verantwoordelijk waren voor de vaststelling van het juiste rentetarief, is dit een geval van een crimineel complot die niet alleen het algemeen welzijn schaadt, maar ook de gezondheid van het economische systeem serieus aantast. Adequate straffen met een voldoende ontradend effect, zijn daarom noodzakelijk.
De belangrijkste instellingen in de financiële wereld, vooral de banken, moeten vandaag over interne organen beschikken, die instaan voor de compliance functie: zelfcontrole op de legitimiteit van de belangrijkste fasen van het beslissingsproces en van de belangrijkste producten die het bedrijf aanbiedt. Toch is het nodig erop te wijzen dat de praktijk van het economische en financiële systeem, in ieder geval tot voor kort, dikwijls berustte op een louter “negatieve” beoordeling van deze compliance functie, die louter formeel de door de wet opgelegde grenzen respecteerde. Jammer genoeg leidde dit tot de veel voorkomende praktijk om de normatieve controle zoveel mogelijk te ontwijken en er toch voor te zorgen de normatieve regels niet uitdrukkelijk tegen te spreken om geen sancties te riskeren.
Om deze praktijk te voorkomen, moet de beoordeling van de compliance ook “positief” gezien worden. Daarom moet men ten gronde onderzoeken of de verschillende transacties daadwerkelijk beantwoorden aan de principes die aan de geldende wetgeving ten grondslag liggen. Volgens vele deskundigen zou dit onderzoek vergemakkelijkt kunnen worden door de oprichting van ethische commissies, die samenwerken met de raden van bestuur, en die natuurlijke gesprekspartners kunnen zijn van degenen die de overeenstemming tussen het gedrag en de geldende regels moeten waarborgen in de governance van de bank.
In die zin zou men in bedrijven richtlijnen moeten opstellen die zo’n conformiteitsbeoordeling vergemakkelijken zodat men kan onderscheiden welke wettelijk mogelijke transacties ook vanuit ethisch standpunt aanvaardbaar en realiseerbaar zijn (een vraag die bijvoorbeeld in het geval van belastingontduiking heel relevant is). Zo zou men kunnen overgaan van een louter formele naar een grondige naleving van de regels.
Bovendien is het wenselijk dat in het normatieve kader dat de financiële wereld regelt een algemene clausule zou voorzien worden die verklaart dat transacties die vooral tot doel hebben de geldende normen te ontwijken, onwettig zijn. Dan stelt men de actoren van dergelijke overtredingen voor hun verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.Het is niet langer mogelijk om fenomenen zoals de wereldwijde verspreiding van parallelle banksystemen (Shadow banking system) te negeren. Zelfs als in deze systemen ook verschillende types bemiddelaars voorhanden zijn van wie optreden niet onmiddellijk problematisch is, hebben zij toch feitelijk ertoe bijgedragen dat verschillende nationale toezichthoudende overheden de controle over het systeem verloren hebben. Bijgevolg hebben deze systemen opzettelijk het gebruik van de zogenoemde creatieve financiering bevorderd. Bij dit soort transacties is de belangrijkste motivatie voor het investeren van financiële middelen gericht op speculatie, zelfs uitbuiting, en geen dienst aan de reële economie. Vele deskundigen zijn bijvoorbeeld ervan overtuigd dat het bestaan van dergelijke “schaduw”-systemen een van de belangrijkste oorzaken is die geleid hebben tot de ontwikkeling en de wereldwijde verspreiding van de recente economische en financiële crisis, die in de Verenigde Staten in de loop van de zomer van 2007 met een hypotheekcrisis begon.
Ook al biedt de wereld van de offshore financieringen ook legale diensten aan, toch voedt hij zich vooral door speculatieoogmerken doorheen de veralgemeende kanalen van belastingontduiking en zelfs van witwaspraktijken van misdaadgeld. Dit leidt uiteindelijk tot een verarming van het normale systeem van productie en distributie van goederen en diensten. Het is moeilijk om te bepalen of veel van deze situaties onmiddellijk of later aanleiding geven tot gevallen van immoraliteit. Maar, wanneer dergelijke realiteiten op oneerlijke wijze de levenssappen uit de reële economie weghalen, kunnen ze nauwelijks gelegitimeerd worden, niet vanuit ethisch oogpunt en niet vanuit het oogpunt van de algehele efficiëntie van het economische systeem zelf.
Ondertussen is het zonneklaar dat er een correlatie bestaat tussen de onethische uitvoering van verrichtingen en het faillissement van het systeem in zijn geheel. Het lijdt geen twijfel dat een ethisch vacuüm de onvolkomenheden van de marktmechanismen verergert. Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 189
In de tweede helft van de vorige eeuw ontstond de offshore markt van eurodollars. Een soort financiële beurs die buiten elk officieel normatief kader viel. Deze markt breidde zich van een belangrijk Europees land uit naar andere landen in de wereld en effende het pad voor een echt financieel netwerk. Het werd een alternatief voor het officiële financiële systeem en voor de rechterlijke instanties die het beschermen.
In dit verband is het opmerkelijk dat de institutionele beleggers als officiële reden ter rechtvaardiging van de aanwezigheid van offshore locaties, aangeven dat ze niet dubbel belast willen worden. Eerst in het land waar ze gevestigd zijn en vervolgens daar waar de fondsen zich bevinden. Maar in feite zijn deze plaatsen uitgelezen kansen voor twijfelachtige of zelfs grensoverschrijdende financiële transacties; dit zowel vanuit het wettelijke normatieve en ethische standpunt, alsook vanuit de visie op een economische cultuur die gezond en vrij is van belastingontduiking.
Vandaag wordt meer dan de helft van de wereldhandel beheerst door grote structuren die hun belastingdruk verminderen door hun inkomsten van de ene zetel naar de andere over te brengen, zoals het hen het beste uitkomt. Vandaar transfereren ze hun winsten naar belastingparadijzen en hun kosten naar landen met een hogere belastingheffing. Het is evident dat dit alles belangrijke inkomsten aan de reële economie onttrekt en bijdraagt tot de creatie van economische systemen die op ongelijkheid gebaseerd zijn. Bovendien leidt het geen twijfel dat deze offshore locaties meer dan eens plaatsen zijn die bekend zijn voor het witwassen van zwart geld, verkregen via illegale praktijken: diefstal, fraude, corruptie, criminele organisaties, maffia, oorlogsbuit, enz.
Door te verbloemen dat deze offshore activiteiten niet in hun officiële financiële centra plaatsvonden, hebben sommige staten toegelaten dat ook misdaadgeld winst opleverde. Zij voelden zich daarvoor niet verantwoordelijk omdat deze overtredingen niet officieel onder hun jurisdictie vielen. Vanuit ethisch oogpunt is dit een duidelijke vorm van hypocrisie.
In korte tijd is deze markt uitgegroeid tot een strategische transitplaats voor het doorsluizen van geld, want haar opzet is een gemakkelijke weg voor diverse belangrijke vormen van belastingontduiking. Het is dan ook begrijpelijk dat een offshore domicilie door vele en gerenommeerde bedrijven op de markt, felbegeerd en gretig toegepast wordt.
Het fiscale systeem van de landen is zeker niet altijd eerlijk. In dit verband mag men niet vergeten dat dergelijk onrecht vaak de economisch zwakkeren benadeelt en degenen die het best de knepen van het vak kennen bevoordeelt. Laatstgenoemden zijn zelfs in staat om de regelgevingssystemen van de belastingen te beïnvloeden. In feite speelt de belastingheffing, als ze eerlijk is, een fundamentele rol bij een evenwichtige herverdeling van de rijkdom. Ze helpt niet alleen degenen die op passende subsidies aangewezen zijn, maar ze bevordert ook de investeringen en de groei van de reële economie.
De belastingontduiking door de hoofdactoren van de markt, vooral door invloedrijke financiële tussenpersonen, heeft als gevolg dat aan de reële economie op een onrechtmatige wijze bronnen worden ontnomen, wat de samenleving als geheel schade berokkent. Door het gebrek aan transparantie van deze systemen is het moeilijk om precies te bepalen hoeveel kapitaal er in omloop is. Er werd echter berekend dat een minimumbelasting op de offshore transacties zou volstaan om een groot deel van het hongerprobleem in de wereld op te lossen. Waarom zouden we niet moedig op weg gaan om dergelijk initiatief te realiseren?
Bovendien werd vastgesteld dat het bestaan van offshore locaties een massale kapitaalvlucht uit lageloonlanden heeft gestimuleerd. Dit veroorzaakte verschillende politieke en economische crisissen en verhinderde om eindelijk de weg van groei en een gezonde politieke ontwikkeling in te slaan.
Internationale instellingen hebben dit alles herhaaldelijk aan de kaak gesteld en veel nationale regeringen hebben terecht geprobeerd de invloed van offshore financiële centra te beperken. Er zijn in dit verband vooral in de laatste 10 jaar vele positieve inspanningen geleverd. Tot nu toe is het echter niet gelukt om op dit vlak voldoende doeltreffende overeenkomsten en normen op te leggen. Zelfs de normatieve kaders die door invloedrijke internationale organisaties zijn voorgesteld, werden vaak niet toegepast of ineffectief gemaakt; omwille van de aanzienlijke invloed die deze plaatsen op vele politieke machten kunnen uitoefenen, gelet op het immense kapitaal waarover ze beschikken. Dit alles brengt ernstige schade toe aan de werking van de reële economie en is ook vanuit ethisch standpunt totaal onaanvaardbaar.
Daarom is het noodzakelijk en dringend dat op internationaal niveau passende maatregelen genomen worden om de problemen van dit onrechtvaardig systeem werkelijk op te lossen. Het is van belang dat er op alle niveaus financiële transparantie komt (bijvoorbeeld door alle multinationale ondernemingen te verplichten tot een publieke verantwoording van hun respectieve activiteiten en betaalde belastingen in de landen waar ze via hun dochterondernemingen actief zijn); en dat er doortastende sancties opgelegd worden aan de landen die bovengenoemde oneerlijke praktijken (belastingontwijking en belastingontduiking, witwaspraktijken) in stand houden.
Het offshore systeem heeft de overheidsschuld vooral doen toenemen in landen waar de economie minder ontwikkeld is. Zo kwam aan het licht dat de privérijkdom die bepaalde elites in de belastingparadijzen opgepot hebben, bijna gelijk is aan de staatsschuld van hun respectieve landen. Dat toont ook aan dat deze schuld veroorzaakt wordt doordat in feite vaak schulden van privépersonen naar de overheid overgeheveld worden. Bovendien werd vastgesteld dat belangrijke economische actoren bijna routinematig geneigd zijn, met medeweten van de politici, hun verliezen te socialiseren.
Toch moet hierbij worden opgemerkt dat de staatsschuld ook vaak ontstaat als gevolg van een, misschien opzettelijk, onbehoorlijk beheer van het openbaar bestuur. Die schulden, het geheel van financiële verplichtingen die op de overheid weegt, vormen vandaag een van de grootste obstakels voor het goed functioneren en de groei van verschillende nationale economieën. Vele onder hen zijn immers belast met de verplichting om de rente die voortvloeit uit deze schulden terug te betalen en moeten daartoe structurele aanpassingen implementeren.
Met dit alles voor ogen worden de landen aan de ene kant opgeroepen deze situatie te veranderen door een goed beheer van het overheidssysteem dankzij verstandige structurele hervormingen, door een bedachtzame spreiding van de kosten en slimme investeringen. Aan de andere kant moet men op internationaal vlak ieder land, in het licht van zijn onontkoombare verantwoordelijkheid, wel toelaten en aanmoedigen om een billijke uitweg uit de schuldenspiraal te vinden. De landen, en daarmee hun burgers, kortom miljoenen gezinnen, mogen in elk geval geen financiële lasten opgelegd worden die ze nooit kunnen dragen.
Dit veronderstelt ook de invoering van een politiek beleid voor een redelijke en evenwichtige vermindering van de overheidsschuld, vooral als die schulden aan personen of landen betaald moeten worden die het zich kunnen veroorloven van hun schuldvorderingen af te zien. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot het Corps Diplomatique (2007) (8 jan 2007) Soortgelijke oplossingen zijn nodig, zowel voor de gezondheid van het internationale economische systeem om een besmetting door mogelijke systeemcrisissen te voorkomen, als om te streven naar het algemeen welzijn van alle volkeren in hun geheel.
Alles waarover we tot nu toe gesproken hebben, is niet alleen het werk van een instantie waarover we geen controle hebben. Het valt ook binnen het kader van onze verantwoordelijkheden. Wij beschikken over belangrijke instrumenten die bijdragen tot de oplossing van veel problemen. De markten leven bijvoorbeeld van vraag en aanbod van goederen. In die zin kan ieder van ons een beslissende invloed uitoefenen door aan deze vraag vorm te geven.
Van groot belang is daarom een kritisch en verantwoord consumptie- en spaargedrag. Met aankopen voorzien wij ons dagelijks van het levensnoodzakelijke door te kiezen uit de verschillende producten die de markt aanbiedt. We kiezen vaak onbewust voor goederen die geproduceerd worden in situaties die de meest elementaire mensenrechten schenden of in bedrijven van wie de bedrijfsethiek alleen de winst voor de aandeelhouders belangrijk vindt, en dit tegen elke prijs.
Het is nodig dat we bewust kiezen voor goederen die op een ethisch verantwoorde wijze geproduceerd worden. Want door die schijnbaar banale geste in ons consumptiegedrag brengen we onze ethische houding tot uitdrukking. Wij zijn geroepen om stelling te nemen tegenover wat goed of schadelijk is voor de mens. In dit verband sprak iemand over “stemmen met zijn portefeuille”. Het gaat er inderdaad om dat we elke dag op de markt die dingen uitkiezen die het echte welzijn van allen dienen en die zaken negeren die dit welzijn schaden. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 66
Dezelfde overwegingen zouden ook toegepast moeten worden op het beheer van persoonlijke spaartegoeden. Wij kunnen die bijvoorbeeld afstemmen op ondernemingen die werken volgens duidelijke criteria, geïnspireerd door een ethiek die de hele mens en alle mensen respecteert en die zich van hun sociale verantwoordelijkheid bewust zijn. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 358 Nog algemener: iedereen is geroepen om de praktijken van productie en welvaart te cultiveren die stroken met ons relationeel wezen en die de integrale ontwikkeling van de persoon beogen.