
Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - Peter Kard. Turkson - 6 januari 2018
De integrale ontwikkeling van iedere persoon, van iedere samenleving en van iedereen, is de uiteindelijke horizon van het gemeenschappelijke welzijn dat de Kerk als “het universeel sacrament van het heil” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 48, wil verwezenlijken. In dit integrale welzijn, volledig geopenbaard in Jezus Christus, ligt het uiteindelijke doel van iedere kerkelijke activiteit. De uiteindelijke oorsprong en voltooiing ervan ligt bij God, die in Hem alles samenbrengt. Vgl. Ef. 1, 10 Dit welzijn bloeit als anticipatie op het Rijk Gods dat de Kerk in alle sectoren als haar roeping moet verkondigen en vestigen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 5 Dit welzijn is ook de bijzondere vrucht van de naastenliefde, koninklijke weg van kerkelijk handelen, die ook tot uitdrukking moet komen in de sociale, burgerlijke en politieke liefde. Deze liefde “wordt zichtbaar in alle handelingen die een betere wereld trachten op te bouwen. Liefde voor de samenleving en inzet voor het algemeen welzijn zijn uitgesproken vormen van naastenliefde. Ze betreffen niet alleen de relaties tussen individuen, maar ook ‘macrorelaties: maatschappelijke, economische en politieke betrekkingen’. Daarom houdt de Kerk aan de wereld het ideaal van een ‘beschaving van liefde’ voor”. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 231 De liefde voor een integraal welzijn, onlosmakelijk verbonden met de liefde voor de waarheid, is de sleutel voor een authentieke ontwikkeling.