Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - Peter Kard. Turkson - 6 januari 2018
Hoe kunnen we in dit verband niet denken aan de onvervangbare sociale functie van het krediet waarvan de toekenning in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van gekwalificeerde en betrouwbare financiële tussenpersonen valt. Op dat vlak is het duidelijk dat de toepassing van een buitensporig hoog rentetarief voor de kredietnemer onhoudbaar is. Zo’n transacties zijn ook vanuit ethisch standpunt ongeoorloofd en bovendien slecht voor het goed functioneren van de economie. Altijd al heeft het menselijk geweten zo’n aanpak en woekerpraktijken hoogst onrechtvaardig gevonden en zijn ze ook een belemmering voor de goede werking van het economische systeem.
Hier wordt duidelijk dat de roeping van de financiële sector vooral in de dienst aan de reële economie staat. Ze is geroepen om met moreel legitieme middelen waarde te creëren en de vrijmaking van kapitaal te bevorderen om een positieve circulatie van de rijkdom te bewerkstelligen. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 369 Bij wijze van voorbeeld: coöperatieve kredietinstellingen, microkrediet, overheidskrediet aan gezinnen, bedrijven, lokale gemeenschappen of hulpkrediet aan landen in ontwikkeling zijn heel positieve realisaties en het aanmoedigen waard.
Nergens wordt duidelijker als in deze context, dat geld zijn positief potentieel helemaal kan ontvouwen en dat het vanuit ethisch standpunt ongeoorloofd is om de maatschappelijke kredieten aan buitensporige risico’s bloot te stellen door ze hoofdzakelijk voor speculatieve doeleinden te gebruiken.