
Paus Franciscus - 30 mei 2018
Dierbare broeders en zusters,
Verder gaande met de uiteenzetting over het Vormsel, wil ik vandaag de nadruk leggen op “de innerlijke samenhang van dit sacrament met heel de christelijke initiatie”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 71
Voordat zij de geestelijke zalving ontvangen die de Doopgenade bevestigt en versterkt, worden de vormselkandidaten geroepen om de beloften te hernieuwen die voorheen door ouders en peters en meters werden gedaan. Nu belijden zij zelf het geloof van de Kerk. Op de vragen van de Bisschop antwoorden zij “ik geloof” en zijn bereid te geloven “in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft en die hen vandaag, door middel van het sacrament van het Vormsel, wordt geschonken zoals aan de Apostelen op de dag van Pinksteren. Congregatie voor de Riten, Het Sacrament van het Vormsel, Ordo Confirmationis (22 aug 1971), 26
Omdat de komst van de Heilige Geest harten in gebed vraagt Vgl. Hand. 1, 14 , strekt de Bisschop, na het stille gebed van de gemeenschap, de handen uit over de vormselkandidaten en bidt God in hen de Heilige Geest de trouwe Helper uit te storten. Er is slechts één Geest Vgl. 1 Kor. 12, 4 maar wanneer Hij tot ons komt, brengt Hij de rijkdom van zijn gaven mee: wijsheid en verstand, raad en sterkte, kennis en liefde, eerbied voor Gods heilige Naam. Vgl. Congregatie voor de Riten, Het Sacrament van het Vormsel, Ordo Confirmationis (22 aug 1971), 28-29 We hebben de Bijbelse passage beluisterd over de Heilige Geest die deze gaven schenkt. Volgens de profeet Jesaja zijn dit de zeven deugden die door de Geest worden uitgestort over de Messias met het oog op de vervulling van zijn zending. Ook de heilige Paulus schrijft over de overvloedige gave van de Geest die is: ”liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid.” (Gal. 5, 22). De ene Geest schenkt een veelheid van gaven die de ene Kerk verrijken: Hij is de bewerker van de verscheidenheid en tegelijk de schepper van de eenheid. Op die wijze schenkt de Geest een verscheidenheid van rijkdom en tegelijk bewerkt Hij de verstandhouding, dat wil zeggen: de eenheid van alle geestelijke rijkdommen die wij Christenen bezitten.
Zoals bevestigd door de overlevering van de Apostelen, voltooit de Geest de genade van het Doopsel door de handoplegging. Vgl. Hand. 8, 15-17 Vgl. Hand. 19, 5-6 Vgl. Heb. 6, 2 Aan dit Bijbelse gebaar werd al vlug, om beter uitdrukking te geven aan de uitstorting van de Geest die allen doordringt die Hem ontvangen, de zalving toegevoegd met geurende olie, genaamd Chrisma. "Ziehier een uittreksel uit het wijdingsgebed van het Chrisma: "Nu bidden wij U Vader, heilig met uw zegen deze olie, gave van uw voorzienigheid; vervul haar met de kracht van uw Geest en met de sterkte die uitgaat van de Christus naar wiens heilige naam het Chrisma is genoemd. Het is de olie waarmee de priesters, de koningen, profeten en martelaren worden gewijd.(...) Moge deze zalving hen doordringen en heiligen, zodat zij, bevrijd van de erfzonde en gewijd tot tempel van uw heerlijkheid, de welriekend geur verspreiden van een heilig leven" (Wijding van de oliën, n. 21).” Dat is tot op vandaag het gebruik zowel in het Oosten als in het Westen. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1289
De olie – het Chrisma – is een genezende en cosmetische stof die, door in het lichaam te dringen, wonden geneest en het lichaam doet geuren. Om die redenen werd ze opgenomen in de Bijbelse en liturgische symboliek. Ze geeft de werking weer van de Heilige Geest die de gedoopte wijdt en doordringt en mooier maakt door de genadegaven. Het sacrament wordt toegediend door de zalving met Chrisma op het voorhoofd terwijl de Bisschop de hand oplegt en de woorden spreekt: “Ontvang het zegel van de Heilige Geest, de gave Gods”. De Heilige Geest is de onzichtbare gave waarvan het Chrisma het zichtbare zegel is. "De formule: "de Heilige Geest ontvangen" – "de gave van de Heilige Geest" komt voor in Joh. 20, 22, Hand. 2,38 en 10, 45-47.
Door op het voorhoofd het kruisteken met geurende olie te ontvangen, krijgt de vormeling een onuitwisbare geestelijke indruk, het “merkteken”, waardoor men meer op Christus gelijkt en de genade ontvangt om onder de mensen de ”welriekende geur” te verspreiden. Vgl. 2 Kor. 2, 15
Laten we luisteren naar de uitnodiging van de heilige Ambrosius aan de vormelingen: “Vergeet niet dat je het geestelijk zegel hebt ontvangen (…) en bewaar wat je hebt ontvangen. God de Vader heeft in u het zegel gedrukt en Christus de Heer heeft u gesterkt en u de Geest als onderpand in uw hart gelegd”. H. Ambrosius van Milaan, De Mysteriis. 7,42: CSEL 73,106 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1303 De Geest is een onverdiend geschenk dat we met dankbaarheid moeten aanvaarden door ruimte te maken voor zijn onuitputtelijke creativiteit. Het is een gave om met zorg te bewaren, met gehoorzaamheid te ontplooien en ons, als was, erdoor te laten vormen door zijn vurige liefde “om Jezus Christus in de wereld vandaag te weerspiegelen”. Paus Franciscus, Apostolische Exhortatie, Verheugt u en jubelt - Over de roeping tot heiligheid in deze wereld, Gaudete et Exsultate (19 mrt 2018), 23