H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1988
Welke zijn de plaatsen en de middelen voor de vorming van de lekengelovigen? Welke zijn de personen en de gemeenschappen die geroepen zijn om de taak van de integrale en eenheid brengende vorming van de lekengelovigen op zich te nemen? Zoals het menselijke werk van de opvoeding nauw verbonden is met het vaderschap en het moederschap, zo vindt de christelijke vorming haar wortel en kracht in God, de Vader die zijn kinderen bemint en opvoedt. Ja, God is de eerste en grote opvoeder van zijn volk, zoals de prachtige passage van het cantiek van Mozes zegt:
"Hij heeft het gevonden in de woestijn, in de wildernis, dat oord vol gehuil. Hij heeft het verzorgd en bewaakt, als de appel van zijn oog behoed, zoals een arend die ziet naar zijn jongen en boven hen heen en weer vliegt, die zijn vleugels uitspreidt voor hen, hen opneemt en draagt op zijn wieken. Jahwe alleen heeft zijn volk geleid, geen vreemde god heeft naast Hem gestaan" (Deut. 32, 10-12). Vgl. Deut. 8, 5
Het opvoedingswerk van God wordt geopenbaard en vervuld in Jezus, de Meester, en bereikt van binnen het hart van iedere mens dank zij de dynamische tegenwoordigheid van de Geest. De Kerk die moeder is, wordt zowel in zichzelf, als in haar verschillende geledingen en verschijningsvormen geroepen om deel te nemen aan het goddelijke opvoedingswerk. Zo worden de lekengelovigen door en in de Kerk gevormd in een wederkerige gemeenschap en samenwerking van al haar leden: priesters, religieuzen en leken. Zo ontvangt de gehele kerkelijke gemeenschap in haar verschillende leden de vruchtbaarheid van de Geest en werkt zij daartoe actief mee. Wat dit betreft schreef Methodius van Olympus:
"De onvolmaakten (...) worden, als in de schoot van een moeder, gedragen en gevormd door de meer volmaakten, totdat zij voortgebracht en gebaard worden voor heel de grootheid en schoonheid van de deugd". H. Methodius van Olympus, Symposion. III, 8: S. Ch. 95, 110
Dat gebeurde ook met Paulus, die gedragen en in de Kerk binnengeleid werd door de volmaakten (in de persoon van Ananias) en vervolgens op zijn beurt volmaakt werd en vele kinderen voortbracht.
Vooral de universele Kerk is opvoedster. De Paus vervult daarin de taak van eerste vormer van de lekengelovigen. Aan hem komt als opvolger van Petrus de taak toe om "de broeders te versterken in het geloof" door aan alle gelovigen de wezenlijke inhoud van de christelijke en kerkelijke roeping en zending te leren.
Niet alleen zijn directe woord maar ook zijn woord dat overgedragen wordt door de documenten van de verschillende departementen van de Heilige Stoel vraagt om het bereidwillige en liefdevolle gehoor van de lekengelovigen. De ene en universele Kerk is in de verschillende delen van de wereld tegenwoordig in de particuliere kerken. In elk daarvan heeft de bisschop een persoonlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de lekengelovigen, die hij moet vormen door de verkondiging van het Woord, door de viering van de Eucharistie en de overige sacramenten, door de bezieling en de leiding van hun christelijke leven.
Binnen de particuliere Kerk of het bisdom bestaat en werkt de parochie, die een wezenlijke taak heeft voor de meer directe en persoonlijke vorming van de lekengelovigen. De parochie is inderdaad geroepen om in een relatie die gemakkelijker de afzonderlijke personen en de afzonderlijke groepen kan bereiken, haar leden op te voeden tot het luisteren naar het Woord, tot de liturgische en persoonlijke dialoog met God en tot het leven in broederlijke liefde, terwijl zij op een meer onmiddellijke en concrete wijze de zin doet verstaan van de kerkelijke gemeenschap en van de missionaire verantwoordelijkheid.
Verder zijn er binnen sommige parochies, vooral binnen de uitgestrekte en verspreide parochies, de kleine kerkelijke gemeenschappen die aanzienlijke hulp kunnen bieden bij de vorming van de Christenen, daar zij het bewustzijn en de ervaring van de kerkelijke gemeenschap en zending meer algemeen en indringend kunnen maken. Zoals de synodevaders gezegd hebben kan ook hulp geboden worden door een catechese na het Doopsel, naar analogie van het catechumenaat, door sommige elementen van het rituaal van het christelijke initiatie van volwassenen opnieuw voor te houden met de bedoeling de onmetelijke en buitengewone rijkdommen en verantwoordelijkheden van het doopsel dat men ontvangen heeft, te doen begrijpen en beleven Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken (30 okt 1987), 11.
De hulp die de verschillende leden van de Kerk elkaar bieden is bijzonder belangrijk voor de vorming welke de lekengelovigen ontvangen in de bisdommen en parochies, speciaal voor de vorming tot het begrip van de gemeenschap en de zending. Het is een hulp die het mysterie van de Kerk, moeder en opvoedster, openbaart en tegelijk verwerkelijkt. De priesters en religieuzen moeten de lekengelovigen helpen bij hun vorming. in dit opzicht hebben de synodevaders de priesters en kandidaten voor de wijding uitgenodigd om “zich zorgvuldig voor te bereiden op de bekwaamheid om de roeping en de zending van de leken te bevorderen”. Bisschoppensynodes, Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken (30 okt 1987), 40 De lekengelovigen zelf kunnen en moeten op hun beurt de priesters en de religieuzen helpen op hun geestelijke en pastorale weg.