H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1988
De liefde die de mens bemint en dient, kan nooit losgemaakt worden van de rechtvaardigheid: en beide eisen, elk op eigen manier, de volle en daadwerkelijke erkenning van de rechten van de mens, voor wie de maatschappij met al haar structuren en instellingen bestemd is. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Goddelijke Barmhartigheid, Dives in Misericordia (30 nov 1980), 12. Over de verhouding tussen rechtvaardigheid en barmhartigheid
Om de tijdelijke orde op christelijke wijze te bezielen in de genoemde zin van dienst aan de mens en de maatschappij kunnen de lekengelovigen zich volstrekt niet ontslagen achten van de deelname aan de “politiek”, dus aan de veelvoudige en gevarieerde economische, sociale, wetgevende, bestuurlijke en culturele activiteit welke gericht is op de organische en institutionele bevordering van het algemeen welzijn. Zoals de synodevaders bij herhaling hebben verklaard, hebben allen het recht en de plicht om deel te nemen aan de politiek, zij het in verschillende en complementaire vormen, niveaus, taken en verantwoordelijkheden. De beschuldigingen van arrivisme, verafgoding van macht, egoïsme en corruptie die niet zelden gericht worden aan de leden van de regering, het parlement, de heersende klasse, de politieke partijen alsmede de wijdverbreide mening dat de politie een plaats is van onvermijdelijk moreel gevaar, rechtvaardigen geenszins het scepticisme van de christenen ten opzichte van de openbare aangelegenheden noch hun afzijdigheid daarvan.
Wat het Tweede Vaticaans Concilie gezegd heeft is daarentegen zeer belangrijk:
“Prijzenswaard en te honoreren acht de Kerk het werk van hen die tot dienstbaarheid aan de mensen zich aan het welzijn van de staat wijden en de lasten van dit ambt op zich nemen." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 75.
Een politiek voor de mens en de maatschappij vindt haar fundamentele criterium in het nastreven van het algemene welzijn, als welzijn van alle mensen en van de gehele mens, een welzijn dat aangeboden en gegarandeerd wordt aan de vrije en verantwoordelijke aanvaarding van de mensen, zowel afzonderlijk als gezamenlijk:
“Dit (politieke) bestel bestaat dus omwille van het algemeen welzijn, waaraan het zijn volledige rechtvaardiging en betekenis ontleent en waarop het zijn oorspronkelijk en eigen recht baseert. Het algemeen welzijn nu omvat het totaal van die sociale levensvoorwaarden waardoor de mensen, de gezinnen en verenigingen vollediger en gemakkelijker hun volmaaktheid kunnen bereiken”, lezen wij in de constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74.
Bovendien vindt een politiek voor de mensen en de maatschappij haar blijvende richtlijn in de verdediging en bevordering van de rechtvaardigheid, begrepen als “deugd” waartoe allen opgevoed dienen te worden, en als morele “kracht” die de inzet steunt voor de begunstiging van de rechten en plichten van allen en van iedereen op basis van de persoonlijke waardigheid van de mens.
In de uitoefening van de politieke macht is de geest van de dienstbaarheid fundamenteel, die, samen met de noodzakelijke competentie en efficiëntie, alleen de activiteit van de politici “doorzichtig” en “schoon” kan maken, zoals de mensen overigens terecht eisen. Dat vraagt om de openlijke strijd tegen en de besliste overwinning op bepaalde bekoringen, zoals de aanwending van oneerlijkheid en onwaarheid, de verkwisting van overheidsgelden om enkelen te verrijken en voor vriendjespolitiek, het gebruik van dubbelzinnige of ongeoorloofde middelen om ten koste van alles de macht te verwerven, te behouden en te vermeerderen.
De lekengelovigen die in de politiek geëngageerd zijn, moeten zeker de juist begrepen autonomie van de aardse werkelijkheden respecteren, zoals wij lezen in de constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965):
“Van groot belang is het, vooral waar de maatschappij pluralistisch is, dat men de verhouding tussen staat en Kerk in een juist perspectief ziet en dat men duidelijk onderscheid maakt tussen datgene wat de christengelovigen, hetzij in groepsverband, op eigen verantwoordelijkheid doen als burgers, geleid door een christelijk geweten, en datgene wat zij doen in naam van de Kerk onder leiding van hun herders. De Kerk, die, op grond van eigen taak en bevoegdheid, op geen enkele wijze met een staat wordt vereenzelvigd noch aan enig politiek systeem is gebonden, is tegelijk teken en bescherming van de trancedentie van de menselijke persoon” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 76.
Tegelijk moeten de lekengelovigen getuigen van die menselijke en evangelische waarden die nauw verbonden zijn met de politieke activiteit zelf, zoals de vrijheid en de rechtvaardigheid, de solidariteit, de trouwe en belangeloze toewijding aan het welzijn van allen, de eenvoud van levensstijl, de voorkeursliefde voor de armen en geringsten. Dit wordt heden ten dage ervaren als een dringende plicht en verantwoordelijkheid. Het vereist dat de lekengelovigen steeds meer bezield worden door een reële deelname aan het leven van de Kerk en verlicht worden door haar sociale leer. Zij kunnen hierbij begeleid en geholpen worden door de nabijheid van de christelijke gemeenschappen en hun herders. Bisschoppensynodes, Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken (30 okt 1987), 28
De solidariteit is de stijl en het middel voor de verwerkelijking van een politiek die wil streven naar de waarachtige ontwikkeling van de mens. Dit vraagt om de actieve en verantwoordelijke deelname van allen aan het politieke leven, van de afzonderlijke burgers tot de verschillende groepen, van vakbonden tot de partijen: wij zijn allen en ieder tegelijk belanghebbende en protagonisten van de politiek. In dit kader is de solidariteit zoals ik in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987) geschreven heb,
“niet een gevoel van vaag medelijden of van oppervlakkige vertedering bij het leed van zovele mensen, dichtbij of veraf. Zij is integendeel het vaste en volhardende besluit om zich in te zetten voor het algemeen welzijn van allen en van ieder, omdat wij werkelijk allen verantwoordelijk zijn voor allen.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 38.
De politieke solidariteit eist in deze tijd om beoefend te worden volgens een horizon welke door de afzonderlijke naties of de afzonderlijke blokken van naties te overstijgen als werkelijk continentaal of mondiaal verschijnt.
De door allen zozeer gewenste maar nog altijd zo onrijpe vrucht van de solidaire politieke activiteit is de vrede. De lekengelovigen mogen niet onverschillig, afzijdig en werkloos blijven tegenover alles wat de vrede verloochent en compromitteert: geweld en oorlog, foltering en terrorisme, concentratiekampen, militarisering van de politiek, bewapeningswedloop, nucleaire bedreiging. Als leerlingen van Jezus Christus, de “Vredevorst” (Jes. 9, 5) en “onze vrede” (Ef. 2, 14), moeten de lekengelovigen integendeel de taak op zich nemen om “brengers van vrede” te zijn Vgl. Mt. 5, 9 , zowel door de bekering van het “hart” als door de actie voor de waarheid en de liefde, welke de onmisbare grondslagen van de vrede zijn Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963).
In samenwerking met allen die werkelijk de vrede nastreven, en met behulp van de specifieke nationale en internationale organisaties en instellingen moeten de lekengelovigen een wijdvertakt opvoedkundig werk bevorderen, dat bestemd is om de heersende cultuur van het egoïsme, de haat, de wraak en de vijandschap te overwinnen en de cultuur van de solidariteit op ieder niveau te ontwikkelen. De solidariteit is immer “de weg naar de vrede en naar de ontwikkeling” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 39. In dit perspectief hebben de synodevaders de christenen uitgenodigd om onaanvaardbare vormen van geweld af te wijzen, een houding van dialoog en vrede te bevorderen en zich in te zetten voor de vestiging van een rechtvaardige sociale en internationale orde Bisschoppensynodes, Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken (30 okt 1987), 26.