
Paus Franciscus - 11 april 2018
Het Doopsel maakt het mogelijk dat Christus in ons leeft en dat wij met Hem verbonden leven om in de Kerk samen te werken, ieder volgens eigen staat, aan de verandering van de wereld. De wassing van het Doopsel wordt eenmalig ontvangen en verlicht heel ons leven en leidt onze stappen tot in het hemelse Jeruzalem. Er bestaat een “vóór” en een “na” het Doopsel. Het Sacrament veronderstelt een geloofsweg die men catechumenaat noemt, wanneer het een volwassene is die vraagt om gedoopt te worden. Maar ook kindjes worden, sinds de oudheid, gedoopt in het geloof van hun ouders. vgl. Ritus van de kinderdoop. Inleiding, 2 Hierover zou ik jullie iets willen zeggen. Sommigen denken: waarom een kindje dopen dat toch niets verstaat? Laten we hopen dat het opgroeit, tot inzicht komt en zelf om het Doopsel vraagt. Dat betekent: geen vertrouwen stellen in de Heilige Geest. Immers, wanneer we een kindje dopen, dan komt de Heilige Geest in dat kindje. En de Heilige Geest doet in dat kindje, van meet af aan, christelijke deugden groeien die later tot bloei zullen komen. Men moet allen die kans gunnen, aan alle kindjes, dat de Heilige Geest in hen leeft en hen gedurende hun leven leidt. Vergeet niet de kindjes te dopen! Niemand verdient het Doopsel. Het is voor iedereen, volwassenen en borelingen, een gratis geschenk. Zoals met een graantje vol leven gebeurt, zo schiet deze gave wortel en draagt vrucht in een bodem gevoed door het geloof. De doopbeloften die we elk jaar tijdens de Paaswake hernieuwen moeten elke dag werken zodat het Doopsel “verchristelijkt”. We moeten niet bang zijn voor dit woord. Het Doopsel “verchristelijkt” wie het Doopsel heeft ontvangen, men wordt “verchristelijkt”, gaat op Christus gelijken, verandert in Christus en maakt er echt een andere Christus van.