
Paus Franciscus - 19 maart 2018
De weg van de heiligheid is een bron van vrede en vreugde die de Geest ons schenkt, maar tegelijkertijd vraagt hij dat wij “de lampen brandend” houden Vgl. Lc. 12, 35 en oplettend blijven: “Houdt u verre van alle soort van kwaad” (1 Tess. 5, 22); “weest waakzaam” Vgl. Mc. 13, 35 Vgl. Mt. 24, 42 ; laten wij niet inslapen. Vgl. 1 Tess. 5, 6 Want zij die niet merken dat zij ernstige nalatigheden begaan tegen de Wet van God, kunnen zich laten gaan in een soort van verdoving of loomheid. Gegeven dat zij niets ernstigs vinden dat ze zich kunnen verwijten, bemerken ze de lauwheid niet die zich langzamerhand van hun geestelijke leven meester maakt, en uiteindelijk verwoesten zij zichzelf en ontaarden.
Geestelijke corruptie is erger dan de val van een zondaar, omdat het een behaaglijke en zelfvoldane blindheid betreft, waar ten slotte alles geoorloofd lijkt: bedrog, laster, egoïsme en zoveel subtiele vormen van op zichzelf betrokken zijn, daar “de satan zelf zich vermomt als een engel van het licht” (2 Kor. 11, 14). Zo eindigde Salomo zijn dagen, terwijl de grote zondaar David zijn ellende wist te overwinnen. In een passage heeft Jezus ons gewaarschuwd omtrent deze verraderlijke verleiding die ons doet afglijden naar de verdorvenheid: het gaat over een persoon die bevrijd is van de duivel en die, denkend dat zijn leven nu gezuiverd was, ten slotte bezeten was door zeven andere boze geesten Vgl. Lc. 11, 24-26 Een andere Bijbeltekst gebruikt een sterk beeld: “Een hond keert terug naar zijn eigen braaksel” (2 Pt 2, 22). Vgl. Spr. 26, 11