
Paus Franciscus - 19 maart 2018
Deze zaligspreking doet ons denken aan de talrijke oorlogsomstandigheden die zich herhalen. Voor ons is het heel normaal oorzaak te zijn van conflicten of minstens van onbegrip. Wanneer ik bijvoorbeeld iets over iemand hoor en naar een ander ga en hem dit zeg; en zelfs een enigszins uitgebreidere tweede versie ervan maak en deze verspreid. En als ik erin slaag meer schade te berokkenen, lijkt het dat dit mij meer voldoening verschaft. De wereld van praatjes, die wordt gemaakt door mensen die graag kritiek leveren en verwoesten, brengt geen vrede. Deze mensen zijn veeleer vijanden van de vrede en op geen enkele wijze zalig. Smaad en laster zijn als een terroristische daad: men werpt een bom, men verwoest, en de aanslagpleger loopt gelukkig en rustig weg. Dit is heel anders dan de eerlijkheid van degenen die naderen met serene oprechtheid om een persoonlijk gesprek te hebben terwijl ze denken aan het welzijn van anderen.
De vreedzamen zijn een bron van vrede, brengen vrede en maatschappelijke vriendschap. Aan degenen die zich ervoor inzetten overal vrede te stichten, doet Jezus een schitterende belofte: “Zij zullen kinderen van God genoemd worden”(Mt. 5, 9). Hij vroeg aan zijn leerlingen dat ze, wanneer ze in een huis zouden komen, zouden zeggen: “Vrede aan dit huis!” (Lc. 10, 5). Het Woord van God spoort iedere gelovige aan samen met de anderen de vrede te zoeken Vgl. 2 Tim. 2, 22 , omdat “gerechtigheid een vrucht van de vrede is en slechts wie de vrede nastreven haar zullen oogsten” (Jak. 3, 18). En als wij in sommige gevallen in onze gemeenschap twijfels hebben over wat er gedaan moet worden, “streven wij naar dat wat de vrede bevordert” (Rom. 14, 19), omdat de eenheid boven het conflict gaat. Bij bepaalde gelegenheden kan het noodzakelijk zijn te spreken over de moeilijkheden van een broeder of zuster. In die gevallen kan het gebeuren dat er een interpretatie wordt overgebracht in plaats van een objectief feit. Hartstocht misvormt de concrete werkelijkheid van een feit, zij verandert het in een interpretatie en ten slotte brengt zij deze over vol subjectiviteit. Zo vernietigt men de werkelijkheid en respecteert men de waarheid van de ander niet.
Het is niet gemakkelijk deze evangelische vrede op te bouwen, die niemand uitsluit, maar die ook degenen insluit die een beetje vreemd zijn, de moeilijke en gecompliceerde personen, hen die aandacht vragen, hen die anders zijn, wie zeer door het leven zijn getroffen, wie andere belangen hebben. Het is moeilijk en vraagt om een grote openheid van geest en hart, want het gaat niet om
“een consensus op papier of een kortstondige vrede voor een gelukkige minderheid”, noch om “een project van weinigen dat gericht is op weinigen”. Paus Benedictus XVI, Rescript, Goedkeuring van enkele aanpassingen in de 'Ordo rituum pro ministerii Petrini initio Romae episcopi', Ex audientia Summi Pontificis (20 apr 2005), 218
Evenmin tracht zij de conflicten te negeren of te versluieren, maar zij tracht
“het conflict te verdragen, het op te lossen en het te veranderen in een verbindingsschakel van een nieuw proces”. Paus Benedictus XVI, Rescript, Goedkeuring van enkele aanpassingen in de 'Ordo rituum pro ministerii Petrini initio Romae episcopi', Ex audientia Summi Pontificis (20 apr 2005), 239
Het gaat erom handwerkslieden van de vrede te zijn, want vrede opbouwen is een kunst die vraagt om gemoedsrust, creativiteit, gevoel en behendigheid.
Vrede stichten rondom ons, dat is heiligheid.