
Paus Franciscus - 19 maart 2018
Het Evangelie nodigt ons uit de waarheid van ons hart te erkennen om te zien waar wij de zekerheid van ons leven leggen. Gewoonlijk voelt de rijke zich zeker met zijn rijkdommen en denkt dat, wanneer deze in gevaar zijn, heel de zin van zijn leven op aarde afbrokkelt. Jezus zelf heeft het ons gezegd in de parabel van de dwaze rijke, wanneer hij het heeft over die zelfverzekerde man die als een dwaas niet eraan dacht dat hij die dag nog kon sterven. Vgl. Lc. 12, 16-21
Rijkdommen garanderen je niets. Integendeel, wanneer het hart zich rijk voelt, is het zo zelfvoldaan dat het geen ruimte heeft voor het Woord van God, om de broeders en zusters lief te hebben, noch om te genieten van de belangrijkste dingen van het leven. Zo berooft het zich van de grootste goederen. Daarom noemt Jezus de armen van geest zalig, die een arm hart hebben waarin de Heer met zijn voortdurende nieuwheid kan binnenkomen.
Deze armoede van geest is nauw verbonden met de “heilige onverschilligheid” die de heilige Ignatius van Loyola voorhield en waarin wij een mooie innerlijke vrijheid bereiken:
“Om deze reden is het noodzakelijk ons onverschillig te maken ten opzichte van alle geschapen dingen (in alles wat de vrijheid volgens onze vrije wil voor geoorloofd houdt en niet verboden is), zodat wij van onze kant niet meer gezondheid wensen dan ziekte, niet meer rijkdom dan armoede, niet meer eer dan oneer, niet meer lang leven dan een korte, en zo in al het andere”. H. Ignatius van Loyola, Geestelijke Oefeningen. 23d: Rome 19846, 58-59
Lucas heeft het niet over een armoede “van geest”, maar over “arm” zijn en verder niet Vgl. Lc. 6, 20 en zo nodigt hij ons ook uit tot een sober en eenvoudig bestaan. Op deze wijze roept hij ons op het leven van de meest behoeftigen te delen, het leven dat de apostelen hebben geleid, en ons uiteindelijk conformeren aan Jezus, die “arm is geworden, terwijl Hij rijk was” (2 Kor. 8, 9).
Arm zijn in het hart, dat is heiligheid.