Paus Franciscus - 4 april 2018
Dierbare broeders en zusters, goedendag en zalig Pasen!
Jullie zien dat er vandaag bloemen zijn. Bloemen betekenen vreugde en blijdschap. Op sommige plaatsen wordt Pasen ook genoemd “Bloemenpasen”, omdat dan de verrezen Christus bloeit: Hij is de nieuwe bloem. Onze rechtvaardiging bloeit; de heiligheid van de Kerk bloeit. Vandaar de vele bloemen, onze vreugde. Heel deze week vieren we Pasen, heel de week. Daarom ook zeggen we andermaal aan elkaar “zalig Pasen”. Laten we samen zeggen: “zalig Pasen”.
{Allen antwoorden: “zalig Pasen”}.
Ik zou graag hebben dat we ook zalig Pasen zouden zeggen aan de geliefde Paus Benedictus want hij is ook bisschop van Rome geweest en hij volgt ons via de televisie. Voor Paus Benedictus zeggen we allen samen: zalig Pasen
{Allen zeggen: “zalig Pasen”}.
En een daverend applaus.
Met deze catechese komt een einde aan de cyclus gewijd aan de Mis, die de eigenlijke gedachtenis is – niet slechts als herinnering – de herbeleving van het lijden en de verrijzenis van Jezus. Paus Franciscus, Audiëntie, Catechesereeks over de Heilige Mis - Sint Pietersplein, H. Mis 14. - Eucharistische liturgie: IV. De Communie (21 mrt 2018). Vorige keer hadden we het over de Communie en over het gebed na de Communie. Na dit gebed wordt de Mis beëindigd met de zegen van de priester en de wegzending van het volk. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 90 Zoals ze begint met het kruisteken, in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, zo wordt de Mis, als liturgische daad, bezegeld in naam van de Drie-eenheid.
We weten echter heel goed dat wanneer de Mis eindigt de inzet voor het christelijk getuigenis begint. Christenen gaan niet naar de Mis om een wekelijkse verplichting na te komen en er verder geen aandacht aan te besteden, neen. Christenen gaan naar de Mis om deel te nemen aan het Lijden en aan de Verrijzenis van de Heer en zo waarachtiger als Christenen te leven. Dan begint de inzet voor het christelijk getuigenis. We verlaten het kerkgebouw om “in vrede te gaan” en de zegen van God in de dagelijkse bezigheden aanwezig te brengen, in onze huizen, in de werkmiddens, in de zorgen voor de aardse stad, “de Heer verheerlijkend door ons leven”. Als we echter het kerkgebouw verlaten, kletsend over “zie die daar, zie die zo” met veel blabla dan is dat een teken dat de Mis niet in mijn hart is binnengekomen. Waarom? Omdat ik niet in staat ben het christelijk getuigenis te beleven. Telkens wanneer ik de Mis verlaat, moet ik beter buitenkomen dan dat ik ben binnengegaan. Met meer kracht, met meer wil om het christelijk getuigenis te geven. Door middel van de Eucharistie komt de Heer Jezus in ons, in ons hart en in ons vlees, zodat de Christenen "de gave van het geloof, die zij op Pasen ontvangen hebben trouw blijven in heel hun leven”. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Collectagebed van Paasmaandag
De werkelijke aanwezigheid van Christus in het gewijde Brood eindigt niet met de Mis. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1374 De Eucharistie wordt in het tabernakel bewaard voor de ziekencommunie en voor de stille aanbidding van de Heer in het Allerheiligste Sacrament. De eucharistische eredienst buiten de Mis – privé of in gemeenschap - helpt ons in Christus te blijven. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1378-1380
De vruchten van de Mis zijn er dus op gericht te rijpen in het dagelijkse leven. We kunnen, met enige overdrijving, zeggen: de Mis is de graankorrel die in het gewone leven groeit en rijpt in de goede werken, in de gedragingen die ons op Jezus doen gelijken. De vruchten van de Mis zijn er dus op gericht te rijpen in het dagelijkse leven. De Eucharistie vernieuwt, door onze eenheid met Christus te doen groeien, de genade die de Geest ons in het Doopsel en in het Vormsel heeft geschonken zodat ons christelijk getuigenis geloofwaardig zou zijn. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1391-1392
Wat doet de Eucharistie, naast het ontsteken van de goddelijke liefde in onze harten, verder nog? Ze verwijdert ons van de zonde. “Hoe meer wij deel hebben aan het leven van Christus en voortgang maken in onze vriendschap met Hem, hoe moeilijker het ons valt met Hem te breken door de doodzonde”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1395
Regelmatig deelnemen aan de Eucharistie vernieuwt, versterkt en verdiept onze band met de christelijke gemeenschap waartoe we behoren, volgens het beginsel: de Eucharistie brengt de Kerk tot stand Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1396, en verenigt allen.
Tot slot, deelnemen aan de Eucharistie is een engagement tegenover de anderen, speciaal tegenover de armen. Zij leert ons overstappen van het vlees van Christus naar het vlees van de broeders waarin Hij verwacht door ons te worden herkend, gediend, geëerd en bemind. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1397
Laten we de Heer danken voor de weg van herontdekking van de heilige Mis die Hij ons samen heeft laten gaan. Laten we ons met vernieuwd geloof aantrekken tot die werkelijk ontmoeting met Jezus onze tijdgenoot, gestorven en verrezen voor ons. Moge ons leven altijd “bebloemd” zijn zoals Pasen, met de bloemen van de hoop, van het geloof en van de goede werken. Dat we de krachten hiervoor steeds in de Eucharistie mogen vinden, in de eenheid met Jezus. Zalig Pasen aan allen!