
Paus Franciscus - 21 maart 2018
In de Mis, nadat hij het geconsecreerde Brood, het Lichaam van Jezus, heeft gebroken toont de priester het aan de gelovigen en nodigt hen uit deel te nemen aan het eucharistisch maal. We kennen de woorden die dan vanaf het gewijde altaar klinken: “Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd van de Heer: zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden van de wereld”. Deze woorden zijn geïnspireerd door een passage uit het boek Openbaring –“zalig de genodigden aan het bruiloftsmaal van het Lam” (Openb. 19, 9). Het gaat over “de bruiloft” want Jezus is de bruidegom van de Kerk. Deze uitnodiging roept ons dus op de intieme eenheid met Christus te ervaren die bron is van vreugde en heiligheid. Het is een uitnodiging die blij maakt en tegelijk aanspoort tot een gewetensonderzoek verlicht door het geloof. Enerzijds zien we afstand tussen ons en de heiligheid van Christus en anderzijds geloven we dat zijn Bloed werd “vergoten tot vergeving van de zonden”. Allen hebben we door het Doopsel vergiffenis ontvangen en allen krijgen we vergiffenis of zullen we vergiffenis krijgen telkens we tot het Sacrament van de Boete naderen. Vergeet niet: Jezus vergeeft altijd. Jezus wordt het niet beu vergiffenis te schenken. Het zijn wij die het beu worden vergiffenis te vragen. Denkend aan de verlossende waarde van dit Bloed, roept de heilige Ambrosius uit: “Ik die steeds opnieuw zondig, moet altijd kunnen beschikken over het geneesmiddel” H. Ambrosius van Milaan, Boek, Over de Sacramenten, De Sacramentis (1 jan 387). 4, 28: PL 16, 446A. In dit geloof richten ook wij onze blik op het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt en aanroepen Hem: “Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden”. Dat zeggen we in elke Mis.