
Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - 22 februari 2018
De tegenwoordige wereld wordt niet zonder problemen de belijdenis van het christelijk geloof gewaar, die Jezus verkondigt als enige Heiland van heel de mens en heel de mensheid. Vgl. Hand. 4, 2 Vgl. Rom 3, 23-24 Vgl. 1 Tim. 2, 4-5 Vgl. Tit. 2, 11-15 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring over de uniciteit en heilbrengende universaliteit van Jezus Christus en de Kerk, Dominus Iesus (6 aug 2000), 6 Enerzijds neigt het individualisme, dat gericht is op het autonome subject, ertoe de mens te zien als een wezen waarvan de verwerkelijking alleen maar afhangt van zijn krachten. Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 67 In deze visie beantwoordt de figuur van Christus met zijn woorden en daden meer aan een model dat inspireert tot edelmoedige daden, dan aan Hem die de menselijke omstandigheden verandert door ons in te lijven bij een nieuw bestaan, verzoend met de Vader en onder ons door de Geest. Vgl. 2 Kor. 5, 19 Vgl. Ef. 2, 18 Anderzijds verspreidt zich de idee van een puur innerlijke heil, dat weliswaar een sterke persoonlijke overtuiging, of een intens gevoel opwekt met God verenigd te zijn, maar zonder onze relaties met de anderen en de geschapen wereld aan te nemen, te genezen en te vernieuwen. Met dit perspectief wordt het moeilijk de zin te begrijpen van de menswording van het Woord, waardoor Hij lid is geworden van de menselijke familie door ons vlees en onze geschiedenis aan te nemen voor ons mensen en ons heil.