
Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - 22 februari 2018
De sacramentele heilseconomie verzet zich ook tegen tendensen die een louter innerlijk heil voorstellen. Het gnosticisme gaat immers gepaard met een negatieve blik op de scheppingsorde, opgevat als een beperking van de absolute vrijheid van de menselijke geest. Dientengevolge wordt het heil gezien als een bevrijding van het lichaam en de concrete relaties waarin de persoon leeft. Omdat wij integendeel gered worden “door het offer van het lichaam van Jezus Christus” (Hebr. 10, 10) Vgl. Kol. 1, 22 , sluit het ware heil, verre van een bevrijding van het lichaam te zijn, ook de heiliging ervan in. Vgl. Rom. 12, 1 Het menselijk lichaam is door God gevormd, die daarin een taal heeft geschreven die de menselijke persoon uitnodigt de gaven van de Schepper te erkennen en in gemeenschap met zijn broeders en zusters te leven. Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 155 De Heiland heeft met zijn menswording en zijn passmysterie deze oorspronkelijke taal hersteld en ons meegedeeld in de lichamelijke economie van de sacramenten. Dankzij de sacramenten kunnen de christenen leven in trouw aan het vlees van Christus en dientengevolge in trouw aan de concrete orde van de relaties die Hij ons heeft geschonken. Deze orde van relaties vraagt op een bijzondere wijze om de zorg voor de lijdende mensheid zijn van alle mensen door middel van lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid. Vgl. Paus Franciscus, Apostolische Brief, Barmhartigheid en ellende - na de sluiting van het Heilig Jaar van de Barmhartigheid, Misericordia et Misera (20 nov 2016), 20