
Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - 22 februari 2018
De plaats waar wij het door Jezus gebrachte heil ontvangen, is de Kerk, gemeenschap van hen die, ingelijfd bij de door Christus ingestelde nieuwe orde van relaties, de volheid van de Geest van Christus kunnen ontvangen. Vgl. Rom. 8, 9 Dit heilzaam middelaarschap van de Kerk begrijpen is een wezenlijke hulp om iedere reductionistische tendens te overwinnen. Het heil dat God ons biedt, verwerft men immers niet op eigen kracht, zoals het neo-pelagianisme zou willen, maar door middel van relaties die uit Gods mens geworden Zoon worden geboren en de gemeenschap van de Kerk vormen. Bovendien is de Kerk een zichtbare gemeenschap, gegeven dat de genade die Christus ons schenkt, niet een louter innerlijk heil is, zoals de neo-gnostische visie wil, maar een heil dat ons invoert in de concrete relaties die Hij zelf heeft ervaren: in haar raken wij op een bijzondere wijze in de armste en meest lijdende broeders en zusters het vlees van Christus aan. Kortom, het heilzame middelaarschap van de Kerk, “universeel sacrament van het heil”, 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 48 garandeert ons dat het heil niet bestaat in de zelfverwezenlijking van het geïsoleerde individu en evenmin in zijn innerlijke versmelting met het goddelijke, maar in de inlijving bij een gemeenschap van personen die deelheeft aan de gemeenschap van de Drie-eenheid.