Paus Franciscus - 7 februari 2018
Wie de homilie houdt, moet zijn dienstwerk goed vervullen. Wie preekt, priester diaken of bisschop, bewijst aan allen die de Mis bijwonen een echte dienst. Maar ook zij die toehoren, moeten hun deel doen. Vooreerst door de nodige aandacht te schenken, dat wil zeggen: de gepaste innerlijke houding aan te nemen, zonder subjectieve vooroordelen, wetende dat elke predikant goede kanten heeft en grenzen. Soms is er door de lengte van de homilie of door de wanorde ervan of haar onbegrijpbaarheid reden om zich te vervelen. Andere keren echter is een vooroordeel de hinderpaal. Wie preekt moet goed beseffen dat hij geen eigen zaak staat te doen. Prediken betekent stem geven aan Jezus, men preekt het Woord van Jezus. Een homilie moet goed voorbereid zijn en kort, kort! Eens vertelde mij een priester dat zijn vader, toen hij bij zijn ouders op bezoek was, hem zei: “Weet je, ik ben blij. Samen met mijn vrienden hebben we een kerk gevonden waar ze geen homilie houden!” Vaak zien we het gebeuren dat men tijdens de homilie indommelt, anderen beginnen te kletsen of gaan buiten om te roken... Laat daarom de homilie kort zijn maar goed voorbereid. Beste priesters, diakens, bisschoppen, hoe bereidt men de homilie voor? Hoe voorbereiden? Door te bidden, door het Woord van God te bestuderen en door een heldere en korte samenvatting te maken. Niet langer dan 10 minuten, alstublieft. Tot besluit kunnen we zeggen dat in de dienst van het Woord, bij middel van het Evangelie en de homilie, God met zijn volk dialogeert. Het volk luistert naar Hem met aandacht en eerbied. Tegelijkertijd weet het Hem aanwezig en werkzaam. Dus, wanneer we luisteren naar “het goede nieuws” zullen we erdoor bekeerd en veranderd worden zodanig dat we in staat zijn onszelf en de wereld te veranderen. Waarom? Omdat de Blijde Boodschap, het Woord van God, binnenkomt door de oren, naar het hart gaat en de handen bereikt die goede werken doen.