
H. Paus Johannes Paulus II - 18 juli 1984
De encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) bevat dus de morele norm en haar motivering, of ten minste een uitdieping van wat de motivering vormt voor de norm. Bovendien, aangezien de morele waarde op een bindende wijze in de norm wordt uitgedrukt, volgt hieruit dat handelingen in overeenstemming met de norm moreel juist zijn, terwijl handelingen in strijd hiermee intrinsiek ongeoorloofd zijn. De auteur van de encycliek benadrukt dat zulke norm behoort tot de ‘natuurwet’, dat wil zeggen dat ze volgens de rede als zodanig overeenkomt. De Kerk onderwijst deze norm, hoewel ze niet formeel (dat wil zeggen, letterlijk) in de Heilige Schrift uitgedrukt is; en ze doet dit in de overtuiging dat de interpretatie van de voorschriften van de natuurwet tot de bevoegdheid van het leergezag behoort.
We kunnen echter nog meer zeggen. Zelfs als de morele norm, zoals ze geformuleerd is in H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968), zich niet letterlijk in de Heilige Schrift bevindt, toch volgt dat deze norm, gezien het feit dat ze vervat is in de Traditie en – zoals Paus Paulus VI schrijft – ze aan de gelovigen “door het kerkelijk leergezag herhaaldelijk is uiteengezet” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 12, in overeenstemming is met de gehele geopenbaarde leer, zoals ze vervat is in Bijbelse bronnen. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 4