
Paus Franciscus - 31 januari 2018
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
Vandaag zetten we de catechese over de heilige Mis verder. Na de openingsritussen staan we nu stil bij de Liturgie van het Woord. Dat is een wezenlijk element omdat we samenkomen precies om te luisteren naar wat God gedaan heeft en nog wil doen voor ons. Het is een ‘directe’ ervaring en niet ‘van horen zeggen’. Immers “Wanneer in de Kerk de Heilige Schrift gelezen wordt, spreekt God zelf tot zijn volk en verkondigt Christus, die aanwezig is in zijn Woord, het Evangelie”. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 29 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7.33 Hoe vaak gebeurt het niet dat tijdens de lezing van het Woord van God commentaar geleverd wordt in de zin van “Kijk die daar, zie die... zie de hoed die ze op heeft, belachelijk...”. En nog andere commentaren. Is dit niet waar? Moet men commentaar leveren terwijl het Woord van God gelezen wordt? [de aanwezigen antwoorden: Neen]. Neen, want terwijl je kletst met je buren, luister je niet naar het Woord van God. Wanneer men het Woord van de God in de Schrift leest – de eerste en tweede lezing, de antwoordpsalm en het Evangelie – moeten we luisteren, ons hart openen, want het is God zelf die spreekt. Niet denken aan andere zaken en niet spreken over andere dingen. Begrepen?...Ik wil nu uitleggen wat in de Liturgie van het Woord gebeurt.