Paus Franciscus - 29 januari 2018
Zoals ik reeds bij andere gelegenheden zei, is het catechumenaat op zich uniek, omdat het geworteld is in het doopsel en omdat het in het leven nood heeft aan een permanent karakter, aangezien de genade van het Huwelijkssacrament permanent is; en juist omdat het een genade is, is het de vrucht van het mysterie waarvan de rijkdom slechts kan bewaard en bevorderd worden in het geweten van de echtgenoten, individueel en als koppel. Het gaat in feite om bijzondere vormen van deze onophoudelijke cura animarum, die het bestaansrecht is van de Kerk en van iedereen, de herders in de eerste plaats.
Nochtans kan de zorg voor de gewetens niet uitsluitend het engagement zijn van de herders, maar met verschillende verantwoordelijkheden en modaliteiten, is het de zending van iedereen, van ambtsdragers en gedoopte gelovigen. De zalige Paus Paulus VI riep op tot
“absolute trouw om de regula fidei te beschermen” H. Paus Paulus VI, Toespraak, Bij gelegenheid van de creatie van 4 kardinalen, Gratias ex animo (27 juni 1977), 3,
die het geweten verlicht en niet kan verduisterd noch weggenomen worden. Daarom, zegt Paulus VI nog,
“dienen tegengestelde uitersten vermeden te worden, of het nu is vanwege degenen die naar de traditie verwijzen om hun ongehoorzaamheid aan het hoogste Leergezag en het Oecumenisch Concilie te rechtvaardigen, of vanwege degenen die zich losmaken van de Kerkelijke “humus” en de ware leer van de Kerk vervalsen; die twee houdingen zijn het teken van een onwaardig en misschien onbewust subjectivisme, indien het helaas geen hardnekkigheid, koppigheid en onevenwichtigheid is; posities die het hart van de Kerk, Moeder en Lerares, kwetsen”. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot het College der Kardinalen bij de begroeting wegens zijn naamdag (21 juni 1976), 2
Het geloof is licht dat niet alleen het heden maar ook de toekomst belicht: huwelijk en gezin zijn de toekomst van de Kerk en de samenleving. Het is dus nodig een permanent catechumenaat te bevorderen, opdat het geweten van de gedoopten zou open staan voor het licht van de Geest. De bedoeling van het Sacrament is nooit de vrucht van een automatisme, maar altijd een door het geloof verlicht bewustzijn, het resultaat van de band tussen het menselijke en het goddelijke. In die zin kan de huwelijksvereniging alleen echt genoemd worden als de intentie van de echtgenoten gericht is op wat Christus en de Kerk willen. Om toekomstige echtgenoten daar steeds bewuster van te maken, is naast de bijdrage van bisschoppen en priesters, ook de bijdrage nodig van andere personen die geëngageerd zijn in de pastoraal, van religieuzen en lekengelovigen die samen verantwoordelijk zijn in de zending van de Kerk.