
Paus Franciscus - 26 januari 2018
Al die taken worden nog actueler tegenover een horizont, die steeds vluchtiger en veranderlijker wordt, kenmerkend voor het zelfbegrip van de hedendaagse mens dat zijn existentiële en ethische vragen grotendeels beïnvloedt. De mens van vandaag weet niet meer wie hij is en heeft er bijgevolg moeite mee om te onderkennen hoe hij goed moet handelen.
In die zin is de taak van uw Congregatie doorslaggevend, wanneer zij herinnert aan de transcendente roeping van de mens en de onafscheidelijke band van de rede met de waarheid en de goedheid, waar het geloof in Jezus Christus mee vertrouwd maakt. De openheid van de rede voor het licht dat van God komt, helpt de mens zichzelf en Gods plan met de wereld te kennen.
Ik waardeer dus de studie die u ondernomen heeft over bepaalde aspecten van het christelijk heil, met het doel de betekenis van de verlossing opnieuw te bevestigen, in referentie naar de huidige neopelagiaanse en neognostische tendensen. Deze tendensen zijn de uitdrukking van een individualisme dat op eigen krachten vertrouwt om zich te redden. Wij geloven integendeel dat het heil bestaat in de gemeenschap met de verrezen Christus die ons dank zij de gave van Zijn Geest heeft vertrouwd gemaakt met een nieuwe orde van relaties met de Vader en tussen de mensen. Zo kunnen wij ons als kinderen in de Zoon met de Vader verenigen en één enkel lichaam worden in Hem die de “eerstgeborene is onder vele broeders” (Rom. 8, 29).
Hoe kunnen wij vervolgens nalaten het onderzoek te vermelden dat u voert over de ethische implicaties van een adequate antropologie op economisch en financieel vlak. Alleen een visie op de mens als persoon, dat wil zeggen als subject dat wezenlijk relationeel is en een connotatie heeft met een eigen en ruime rationaliteit, kan in overeenstemming handelen met de objectieve ordening van de moraal. Het leergezag van de Kerk heeft hierover steeds duidelijk gezegd, dat “de productie-activiteit, voltrokken volgens eigen methoden en eigen wetten, binnen de grenzen van de morele orde dient te verlopen”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 64