11 oktober 1551
Als iemand zegt:
in het hoogheilig Sacrament van de Eucharistie, verblijven de substanties van brood en wijn samen met het Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus, en hij ontkent die wonderbaarlijke en éénmalige verandering van de gehele substantie van brood in het Lichaam en van de gehele substantie van wijn in het Bloed, waarbij tenminste de gedaanten van brood en wijn blijven, die verandering die de Katholiek Kerk op treffende wijze wezensverandering (transsubstantiatie) noemt,
hij zij verdoemd