11 oktober 1551
Als het niet past, dat iemand tot wat voor heilige handelingen dan ook zou naderen, tenzij hij heilig is, zo moet, hoe meer bekend is aan een Christenmens de heiligheid en goddelijkheid van dit hemels Sacrament, zich iemand op des te gewetensvoller wijze er voor hoeden, om te naderen tot het ontvangen van het Sacrament. Vooral omdat wij bij de Apostel deze te duchten woorden lezen: "Wie onwaardig eet en drinkt, eet en drinkt zichzelf een oordeel, als hij niet het Lichaam van de Heer weet te onderscheiden." (1 Kor. 11, 29) Daarom moet bij diegene die te Communie wil gaan, in gedachten zijn gebod in herinnering worden teruggeroepen: "De mens echter moet zichzelf onderzoeken." (1 Kor. 11, 28)
Als iemand zegt:
alleen het geloof is een toereikende voorbereiding om het Sacrament van de allerheiligste Eucharistie te nuttigen,
hij zij verdoemd. vgl. DH 1646
En, daarmee niet een zo groot Sacrament op onwaardige wijze en derhalve tot de dood tot veroordeling genuttigd wordt, verklaart deze heilige Synode dat
diegene die hun geweten bezwaard voelen door een doodzonde, hoezeer zij zich ook voor berouwvol houden, dat zij, voor zover er een biechtvader voorhanden is, zij zich moeten onderwerpen aan een sacramentele Biecht.Als iemand het tegendeel leert, preekt of op hardnekkige wijze verdedigd, of zelfs in openbare discussies verdedigd,
hij is op staande voet geëxcommuniceerd. vgl. DH 1647