28 oktober 1965
PERFECTAE CARITATIS Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven |
|||
► | De zuiver contemplatieve instituten |
Hoe groot ook de behoefte moge zijn aan het actief apostolaat, toch blijven de zuiver contemplatieve instituten, wier leden, in eenzaamheid en stilzwijgen, in voortdurend gebed en blijmoedige boetedoening voor God alleen leven, altijd een eervolle plaats innemen in Christus' mystieke Lichaam, waarin "niet alle ledematen dezelfde taak hebben" (Rom. 12, 4). Want zij brengen aan God een voortreffelijk offer van lof en geven door overvloedige vruchten van heiligheid luister aan het volk Gods, dat zij aanmoedigen door hun voorbeeld en waaraan zij wasdom schenken door een verborgen apostolische vruchtbaarheid. Zo vormen zij een sieraad voor de Kerk en zijn zij een bron van hemelse genaden. Toch moet hun levenswijze aan de hand van de genoemde beginselen en criteria van aanpassing en vernieuwing worden herzien, met volledig behoud evenwel van hun afzondering van de wereld en van de eigen oefeningen van het contemplatieve leven.