Paus Franciscus - 21 december 2017
Kerstmis is het feest van geloof in de Zoon van God die mens is geworden om ons onze kinderlijke waardigheid terug te geven, die verloren is gegaan door zonde en ongehoorzaamheid. Kerstmis is het feest van geloof in harten die een kribbe worden om hem te ontvangen en zielen die ervoor openstaan dat God een scheut van hoop, liefde en geloof doet ontspruiten uit de stronk van hun armoede.
Vandaag is opnieuw een moment om kerstwensen uit te wisselen en om een heilig en vreugdevol Kerstmis en een gelukkig Nieuwjaar toe te wensen aan u en uw collega ?s, aan de Pauselijke vertegenwoordigers, aan alle personen die dienen in de Curie, en aan al uw dierbaren. Moge dit Kerstfeest uw ogen openen zodat we achter ons kunnen laten wat overbodig is, vals, kwaadaardig en geveinsd, en zodat we kunnen zien wat essentieel, waar, goed en authentiek is. Mijn welgemeende beste wensen!
Dierbare broeders en zusters,
Paus Franciscus - Toespraak
Principes van de Curiehervorming
Tot leden van de Romeinse Curie bij gelegenheid van het uitwisselen van de Kerstwensen 2016
(22 december 2016) ik al over de Romeinse Curie ad intra. Dit jaar wil ik graag enkele overwegingen over de Curie ad extra met u delen, dat wil zeggen over haar verhouding met de naties, met de Particuliere Kerken, met de Oosterse Kerken, met de oecumenische dialoog, met het jodendom, met de Islam en andere religies - met andere woorden, met de buitenwereld.
Mijn overwegingen zijn vanzelfsprekend gebaseerd op de fundamentele canonieke principes van de Curie en op haar eigen geschiedenis, maar ook op de persoonlijke visie die ik met u heb trachten te delen in mijn toespraken van de afgelopen jaren, binnen de context van de hervorming die momenteel gaande is.
Over hervorming gesproken, ik moet denken aan de vermakelijke en tegelijkertijd scherpe en venijnige opmerking van Aartsbisschop Frédéric-François-Xavier de Mérode: “Hervormingen doorvoeren in Rome is als het schoonmaken van de Sphinx met een tandenborstel”. Cfr Giuseppe Dalla Torre, Sopra una storia della Gendarmeria Pontificia, 19 ottobre 2017 Zijn kwinkslag refereert aan het geduld, de vasthoudendheid en gevoeligheid die nodig zijn om dat doel te bereiken, want de Curie is een oud, complex en eerbiedwaardig instituut bestaande uit mensen van verschillende culturen, talen en mentaliteiten, en gebonden, vanuit haar wezen en vanaf het begin, aan het aartsbisschoppelijk ambt van de Bisschop van Rome in de Kerk, dat wil zeggen aan het “heilig” ambt gewild door Christus de Heer voor het welzijn van de gehele Kerk (ad bonum totius corporis) 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 18. "Voor de leiding en de steeds grotere uitbreiding van het volk Gods heeft Christus, de Heer, in zijn Kerk verschillende bedieningen ingesteld, die het welzijn van het gehele lichaam tot doel hebben."
Het universele karakter van de dienst van de Curie welt zodoende op en vloeit voort uit de universaliteit van het Petrusambt. Een in zichzelf besloten Curie zou haar eigen bestaansrecht verraden en zich in betrokkenheid op zichzelf storten en zichzelf vernietigen. Vanuit haar aard is de Kerk gericht ad extra, en slechts in de mate waarin zij verbonden blijft aan het Petrusambt, de dienst van God´s woord en het prediken van het Goede Nieuws - (Evangelie): dat God Emmanuel is, die onder ons is geboren en één van ons wordt om aan allen zijn fysieke nabijheid te tonen, zijn grenzeloze liefde en zijn goddelijke verlangen dat alle mannen en vrouwen gered zullen worden en de zegeningen van de hemel zullen ondervinden. Vgl. 1 Tim. 2, 4 Hij is de God die zijn zon laat opgaan over zowel bozen als goeden. Vgl. Mt. 5, 45 ; de God die niet is gekomen om gediend te worden maar om te dienen Vgl. Mt. 20, 28 ; de God die de Kerk heeft gesticht om in de wereld maar niet van de wereld te zijn, en om een instrument van verlossing en dienstbaarheid te zijn.
Toen ik onlangs de Vaders en Hoofden van de Oosterse Katholieke Kerken Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Aan de Patriarchen en Groot Aartsbisschoppen (9 okt 2017) begroette, en het doel van deze dienstbaarheid van het Petrusambt en de Curie overdacht, gebruikte ik de uitdrukking het ´diaconale primaat´, dat onmiddellijk het beeld oproept van de Servus servorum Dei, zo geliefd door Gregorius de Grote. Deze definitie toont in zijn christologische dimensie vooral een sterk verlangen Christus na te volgen, die de gedaante van een dienaar aannam. Vgl. Fil. 2, 7 In dit verband heeft Benedictus XVI gezegd dat deze zinsnede uit de mond van Gregorius “geen vrome formule, maar de ware uitdrukking van zijn wijze van leven en doen. Hij was innerlijk getroffen door de nederigheid van God, die in Christus onze dienstknecht geworden is, die onze vuile voeten gewassen heeft en nog steeds wast.”. Paus Benedictus XVI, AudiĆ«ntie, 74e catechese in deze reeks, H. Paus Gregorius de Grote - zijn werken (2) (4 juni 2008), 9
Een gelijkaardige diaconale houding zou allen die op allerlei manieren werkzaam zijn binnen de context van de Romeinse Curie, moeten typeren, want in de woorden van de Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983), “vervult de Curie haar taak” in de naam en op het gezag van de Paus “voor het welzijn en ten dienste van de Kerken” Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 360 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 46
Een diaconaal primaat met betrekking tot de Paus H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de algemene vergadering van het College van Kardinalen (21 nov 1985) en bijgevolg tevens diaconaal, is het werk dat uitgevoerd wordt binnen de Curie ad intra en erbuiten ad extra. Dit thema van een diaconia van de geestelijkheid en van de Curie herinnert me aan een zinsnede in de oude Apostolische Vader
Didascalia Apostolorum (), waarin staat dat “de diaken het oor en de mond [moet] zijn van de Bisschop, zijn hart en zijn ziel.” Apostolische Vader, Didascalia Apostolorum. 2, 44: Funk, 138-166 cfr W. Rordorf, Liturgie et eschatologie, in Augustinianum 18 (1978), 153-161; Id., Que savons-nous des lieux de culte chrétiens de l'époque préconstantinienne? in L'Orient Syrien 9 (1964), 39-60 Deze overeenkomst tussen beide is namelijk gekoppeld aan gemeenschap, harmonie en vrede in de Kerk, aangezien “de diaken de bewaker is van dienstbaarheid in de Kerk”. Paus Franciscus, Toespraak, Bij de ontmoeting met priesters en Godgewijden in de Dom van Milaan, Vertrouwen in Christus, Meester van de geschiedenis (25 mrt 2017), 2 Ik geloof niet dat het toeval is dat het oor niet alleen het orgaan is van het gehoor maar ook van het evenwicht, en dat de mond het orgaan is van zowel smaak als spraak.
Een andere oude tekst voegt hier aan toe dat diakens geroepen zijn als het ware de ogen van de Bisschop te zijn. H. Paus Clemens Romanus, Clemens aan Jacobus (1 jan 96), 12. "Wat de diakens van de Kerk betreft, laat hen als de ogen van de bisschop zijn, alles om hen heen in de gaten houden en de handelingen van iedereen in de Kerk onderzoeken voor het geval iemand op het punt staat een zonde te begaan. Op deze manier kan hij, door de Overste van tevoren te informeren, zijn zondige handelingen misschien niet afmaken...": (Brief van Clemens aan Jakobus, 12: Rehm 14-15, in I Ministeri nella Chiesa Antica. Testi patristici dei primi tre secoli, a cura di Enrico Cattaneo, Edizione Paoline, 1997, S. 696). Het oog neemt waar en zendt beelden naar het brein, op grond waarvan het beslissingen kan nemen en richtlijnen kan geven voor het welzijn van het gehele lichaam.
De verhouding die deze beelden suggereren is die van verbondenheid in gehoorzaamheid ten dienste van Gods heilige volk. Er kan daarom geen twijfel zijn dat een dergelijke verhouding ook moet bestaan tussen al diegenen die werkzaam zijn in de Romeinse Curie. Van de hoofden van de Dicasterieën en superieuren tot de beambten en alle anderen. Verbondenheid met Petrus versterkt en inspireert de verbondenheid tussen alle leden.
In dit licht bezien helpt mijn beroep op de zintuigen van het menselijk lichaam ons een gevoel van extraversie te ontwikkelen, van aandacht voor wat buiten gaande is. In het menselijk lichaam zijn de zintuigen ons eerste contact met de wereld ad extra; zij zijn als een brug naar die wereld; zij stellen ons in staat ons ertoe te verhouden. De zintuigen helpen ons grip te krijgen op de werkelijkheid en tegelijkertijd onszelf in die werkelijkheid te positioneren. Het was niet toevallig dat Heilige Ignatius een beroep deed op de zintuigen voor de contemplatie van de mysteries van de Kerk en de waarheid Vgl. H. Ignatius van Loyola, Geestelijke Oefeningen. nr. 121: “De vijfde beschouwing zal zijn het betrekken van de vijf zintuigen op de eerste en tweede beschouwing”
Dit is van groot belang om uit te stijgen boven die onevenwichtige en verwerpelijke mentaliteit van complotten en coterieën - die - ondanks al hun zelfrechtvaardiging en goede bedoelingen, in feite een voortwoekerend kwaad vertegenwoordigen dat leidt tot egocentrisme dat ook doorsijpelt in kerkelijke instanties, en in het bijzonder naar hen die daarin werkzaam zijn. Wanneer dit gebeurt verliezen we de vreugde van het deelhebben in Christus en van broederschap met hem; we verliezen de gulle geest van onze wijding. Vgl. Hand. 20, 35 Vgl. 2 Kor. 9, 7
Laat me nog even op een ander gevaar wijzen: degenen die het vertrouwen dat in hen gesteld is beschamen en die profiteren van het moederschap van de Kerk. Ik heb het over personen die zorgvuldig zijn geselecteerd om meer krachtdadigheid te geven aan het lichaam en aan de hervorming , maar die - niet in staat de verheven aard van hun verantwoordelijkheid te bevatten - zichzelf laten aantasten door ambitie en verwaandheid. Wanneer zij dan op discrete wijze buitenspel zijn gezet verklaren zij zichzelf ten onrechte tot martelaren van het systeem, van een “Paus die dom wordt gehouden”, van de “oude garde”..., in plaats van een mea culpa voor te dragen. Naast deze personen zijn er anderen die daar nog steeds werken, die alle tijd van de wereld krijgen om weer op het juiste spoor te komen, in de hoop dat zij in het geduld van de Kerk een gelegenheid zien voor bekering en niet voor persoonlijk voordeel. Natuurlijk moeten we hierbij niet de overgrote meerderheid over het hoofd zien van loyale personen die daar werkzaam zijn met prijzenswaardige betrokkenheid, trouw, competentie, toewijding en grote heiligheid.
Om weer naar het beeld van het lichaam terug te keren: het is passend om op te merken dat deze “institutionele zintuigen”, waarmee we in zekere zin de Dicasterieën van de Romeinse Curie kunnen vergelijken, moeten opereren op een manier die bij hun aard en doel past: in de naam en op gezag van de Paus, en altijd voor het welzijn en de dienstbaarheid van de Kerken. H. Hieronymus, Super Matthiam. In zijn commentaar op het Evangelie van Mattheus maakt Heilige Hiëronymus een bijzondere vergelijking tussen de vijf fysieke zintuigen en de maagden uit de parabel in het Evangelie, die dwaas worden wanneer zij niet meer handelen in overeenstemming met het hun opgedragen doel: XXV: PL 26, 184 Binnen de Kerk zijn zij geroepen om als betrouwbare, gevoelige antennes te zijn: zendend en ontvangend.
Antennes die “zenden”, aangezien zij in staat zijn getrouw de wil van de Paus en zijn superieuren over te brengen. Voor hen die bij de Heilige Stoel werken, is het woord “trouw” Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de leden van de Pauselijke Kerkelijke Academie (11 juni 2012). Het concept van trouw is zeer veeleisend en veelzeggend, aangezien het ook uitdrukking geeft aan de tijd besteed aan het nakomen van de aangegane verplichting; het verwijst naar een deugd die, zoals Benedictus XVI opmerkte, “de unieke band uitdrukt tussen de Paus en zijn directe medewerkers, zowel in de Romeinse Curie als in de Pauselijke Vertegenwoordigingen”.] van bijzonder belang, “aangezien zij zoveel van hun energie, tijd en hun dagelijkse ambt in dienst van de Opvolger van Petrus besteden. Dit brengt een serieuze verantwoordelijkheid met zich mee maar ook een speciaal geschenk, dat als de tijd verstrijkt zou moeten leiden tot een verhouding van nabijheid tot de Paus, een nabijheid gekenschetst door een innerlijk vertrouwen, een natuurlijk idem sentire dat precies wordt uitgedrukt in het woord “getrouwheid””. [[7979
Antennes die ook “ontvangen”. Dit houdt in het waarnemen van de aspiraties, de vragen, de smeekbeden, de vreugden en de zorgen van de Kerken en de wereld, en ze overbrengen naar de Bisschop van Rome om hem in staat te stellen zijn taak en zijn missie als “het blijvende en zichtbare beginsel en fundament van eenheid zowel van geloof als van gemeenschap” effectiever uit te voeren. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 18 Door deze ontvankelijkheid, die van meer belang is dan hun dwingend voorschrijvende rol, worden de Dicasterieën van de Romeinse Curie vruchtbaar onderdeel van dat proces van horen en synodaliteit waarover ik eerder heb gesproken. Paus Franciscus, Toespraak, Aula Paulus VI, Viering van de 50e verjaardag van de oprichting van de Bisschoppensynode (17 okt 2015), 2. “ Een synodale Kerk is een Kerk die luistert, die beseft dat luisteren ‘meer is dan simpelweg horen’. Het is wederzijds luisteren waarin ieder iets te leren heeft. De gelovigen, het college van bisschoppen, de Bisschop van Rome: allen luisteren naar elkaar, en allen luisteren naar de Heilige Geest, de “Geest der waarheid” (Joh. 14, 17), zodat zij te weten komen wat hij “zegt tot de Kerken” (Openb. 2, 7)”.