3 maart 1547
Tot voltooiing van de heilzame leer over de rechtvaardiging, welke in de voorafgaande zitting met éénstemmigheid door de Vaders is afgekondigd, schijnt het nodig te zijn om de heilige sacramenten van de Kerk, door welke de ware gerechtigheid begint, zich vermeerderd of, als zij verloren is gegaan, weer hersteld wordt, te behandelen.
Daarom meent het hoogheilig oecumenisch en algemeen Concilie van Trente....
Om dwalingen uit te sluiten en ketterijen uit te roeien, die betrekking hebben in deze stormachtige tijden, op de allerheiligste sacramenten zelf, nu eens opgerakeld door, eertijd door de Vaders veroordeelde ketterijen, dan weer opnieuw uitgevonden worden, welke de reinheid van de Katholieke Kerk en het heil der zielen grote schade toebrengt:
Aansluitend aan de leer van de heilige Schriften, de apostolische tradities en de overeenstemmende opvattingen van andere concilies en vaders
om de voorliggende canones op te stellen en te besluiten, en de overigen, die nog over zijn, tot voltooiing van het begonnen werk (met hulp van de goddelijke Geest) uit te geven.