Paus Franciscus - 28 oktober 2017
HET EUROPA VAN DE TOEKOMST (EN WAT JE ERVOOR NODIG HEBT) Tot de conferentie "(Re)Thinking Europe", georganiseerd door de Comece |
|||
► | Een ruimte van solidariteit |
Zich inspannen om een inclusieve gemeenschap uit te bouwen, betekent een ruimte van solidariteit opbouwen. Gemeenschap zijn betekent dat men elkaar wederzijds steunt en dat het dus niet kan dat slechts enkelen de lasten dragen en uitzonderlijke offers brengen, terwijl anderen vast verankerd blijven om hun bevoorrechte posities te verdedigen. Als de Europese Unie bij de aanpak van haar crisissen niet de zin zou herontdekken van het één gemeenschap zijn – en niet een geheel van kleine belangengroepen – dan zou zij niet alleen een van de belangrijke uitdagingen van haar geschiedenis, maar ook een van de grootste kansen voor haar toekomst, mislopen.
Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is een conflict zonder voorgaande van de generaties bezig. Bij de overdracht aan de nieuwe generaties van de idealen die Europa groot hebben gemaakt, kan men, bij wijze van overdrijving, zeggen dat de voorkeur ging naar verraad boven traditie. Na het verwerpen van wat van de vaderen afkomstig was, is een tijd gevolgd van een dramatische onvruchtbaarheid. Niet alleen omdat in Europa weinig kinderen gemaakt worden – onze demografische winter – en velen beroofd werden van het recht geboren te worden, maar ook omdat men vastgesteld heeft dat men onbekwaam was aan de jongeren de materiële en culturele middelen te verschaffen om de toekomst tegemoet te gaan. Europa beleeft een deficit van het geheugen. Opnieuw een solidaire gemeenschap worden, betekent de waarde van het eigen verleden herontdekken om het eigen heden te verrijken en aan de nakomelingen een toekomst van hoop over te dragen.
Veel jongeren voelen zich verdwaald wegens de afwezigheid van wortels en vooruitzichten, ze zijn ontworteld 'heen en weer geslingerd en meegesleurd door elke windvlaag, ik bedoel, elke leer die door het valse spel van sluwe mensen wordt uitgedacht om tot dwaling te verleiden' (Ef. 4, 14); soms zijn ze ook 'de gevangenen' van bezitterige volwassenen die er niet in slagen de taak die van hen verwacht wordt, waar te maken. De last van het opvoeden is zwaar, niet slechts omdat het gaat over het aanbieden van een geheel van technische en wetenschappelijke kennis, maar vooral omdat men zich moet inspannen om 'de totale volkomenheid van de menselijke persoonlijkheid te bevorderen, tot welzijn ook van de aardse maatschappij en tot opbouw van een meer humane wereld'. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 3 Dit eist betrokkenheid van de hele maatschappij. Opvoeding is een gezamenlijke taak, die de actieve deelname vergt zowel van de ouders, van school en universiteit, van de godsdienstige instellingen en van de burgerlijke maatschappij. Zonder opvoeding brengt men geen cultuur voort en verdort het levend weefsel van de gemeenschap.