Robertus Kard. Sarah - 1 oktober 2017
Net als de recognitio is de confirmatio geenszins een formaliteit, dat wil zeggen een soort goedkeuring die wordt verleend na een snelle beoordeling van het werk op basis van een a priori gunstige aanname dat de vertaling die door de Bisschoppenconferentie is goedgekeurd, op getrouwe wijze (“fideliter”) is uitgevoerd. Bovendien, wat betreft de recognitio vereist in de vroegere Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983), vooronderstelt en impliceert de confirmatio een gedetailleerde inspectie van de kant van de Heilige Stoel, en de mogelijkheid voor laatstgenoemde om de confirmatio te baseren op bepaalde aanpassingen sine qua non van specifieke punten die nodig waren op grond van het feit dat zij niet in overeenstemming zijn met het criterium van “getrouwheid”, dat vanaf nu is beschreven in de Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983). Het besluit van de Heilige Stoel is bindend voor de Bisschoppenconferentie. We moeten hier opmerken dat dit ook de "mens" (=geest) van deze norm is, die overeenkomt met de interpretatie die de Secretaris van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten, Zijne Hoogwaardige Excellentie A. Roche, eraan geeft in zijn “Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Het Motu Proprio Magnum Principium - Een leessleutel
Commentaar bij het Motu Proprio Magnum Principium
(3 september 2017)”: “De confirmatio van de Apostolische Stoel neemt daarom niet de vorm aan van een alternatieve ingreep in een vertaling, maar van een gezagvolle handeling waarmee het bevoegde dicasterie de goedkeuring van de bisschoppen ratificeert. Uiteraard wordt hier een positieve beoordeling verondersteld van de trouw en de overeenkomst van de vervaardigde teksten ten opzichte van de editio typica waarop de eenheid van ritus is gebaseerd, en vooral rekening gehouden met de teksten die van het grootste belang zijn, in het bijzonder de sacramentele formuleringen, de eucharistische gebeden, de wijdingsgebeden, de rite van de Mis enzovoort.” Wanneer dus, bijvoorbeeld in het Credo van de Orde van de Mis, de uitdrukking “consubstantialem Patri” in het Nederlands wordt vertaald als “één in Wezen met de Vader”, zou, ja zelfs moet de Heilige Stoel de vertaling opleggen (vgl. n. 6): “medezelfstandig met de Vader”, als voorwaarde sine qua non voor haar confirmatio van het volledige Romeins Missaal in het Nederlands.