
Synodevaders - 22 oktober 2005
Veertig jaar na het Tweede Vaticaans Concilie werden wij uitgedaagd tot een pastoraal gewetensonderzoek, om na te gaan in welke mate het geloof op coherente wijze tot uitdrukking komt en gevierd wordt in onze liturgische samenkomsten. De Synode bevestigt opnieuw dat het Tweede Vaticaans Concilie de noodzakelijke fundamenten gelegd heeft voor een authentieke liturgische vernieuwing. Daarom is het noodzakelijk de positieve vruchten ervan verder te ontwikkelen en de misbruiken te herstellen die in de praktijk ingeslopen zijn. Het is onze overtuiging dat het respect voor het sacrale karakter van de liturgie een authentieke trouw met zich brengt aan de liturgische richtlijnen van het bevoegde gezag. Laat niemand zich heer en meester achten over de liturgie van de Kerk. Het levende geloof heeft oog voor de tegenwoordigheid van de Heer, en vormt zo de grondvoorwaarde voor de schoonheid van de vieringen, evenals voor de voltooiing ervan in het "amen", dat wordt uitgesproken tot eer van God.