28 juni 2005
Zij betekent dat de maagd Maria de eeuwige Zoon in haar schoot ontvangen heeft door de werking van de Heilige Geest en zonder toedoen van een man: “De Heilige Geest zal over u komen” (Lc. 1, 35), sprak de engel bij de Aankondiging.
Maria is werkelijk de Moeder van God omdat zij de Moeder is van Jezus (Joh. 2, 1)(Joh. 19, 25). Hij die ontvangen is van de Heilige Geest, en die werkelijk haar Zoon is geworden, is in feite de eeuwige Zoon van God de Vader. Hijzelf is God.
God heeft Maria vóór alle tijden en uit pure genade uitgekozen om de Moeder van zijn Zoon te zijn. Om deze zending te kunnen vervullen, is zij onbevlekt ontvangen. Dit betekent dat Maria vanaf haar ontvangenis gevrijwaard is van de erfzonde door de genade van God en met het oog op de verdiensten van Jezus Christus.
Door de genade van God is Maria heel haar leven lang van elke persoonlijke zonde gevrijwaard.
Zij is “vol van genade” (Lc. 1, 28), “de geheel Heilige”. Wanneer de engel haar aankondigt dat zij “de Zoon van de Allerhoogste” (Lc. 1, 32) ter wereld zal brengen, geeft zij met “de gehoorzaamheid van het geloof” (Rom. 1, 5) vrij haar instemming. Maria geeft zich geheel aan de persoon en het werk van haar Zoon, Jezus, en volgt met heel haar hart de goddelijke heilswil.
Dat betekent dat Jezus in de schoot van de Maagd is ontvangen alleen door de kracht van de Heilige Geest, zonder tussenkomst van een man. Hij is Zoon van de hemelse Vader naar zijn goddelijke natuur, en zoon van Maria naar zijn menselijke natuur, maar waarlijk Zoon van God in beide naturen, omdat er in Hem slechts één enkele Persoon is, namelijk de goddelijke.
In die zin dat zij “maagd gebleven is toen zij haar zoon ontving, maagd toen zij Hem baarde, maagd toen zij Hem droeg, maagd toen zij Hem voedde aan haar borst, altijd maagd” H. Augustinus, Over de heilige maagdelijkheid, De sancta Virginitate. 3. Waar in de Evangelies sprake is van “broeders en zusters van Jezus”, betreft het daarom naaste verwanten van Jezus, volgens een uitdrukking die in de heilige Schrift gebruikelijk is.
Maria heeft één enkele zoon, Jezus, maar in Hem strekt zich haar geestelijk moederschap uit tot alle mensen die Hij is komen redden. Gehoorzaam aan de zijde van de nieuwe Adam, Jezus Christus, is de Maagd de nieuwe Eva, de ware moeder van de levenden, die met moederlijke liefde meewerkt aan hun geboorte en aan hun vorming in de orde der genade. Als Maagd en Moeder is zij het beeld en de meest volmaakte verwezenlijking van de Kerk.