De gedoopte bereikt, met Gods genade en door te strijden tegen de ongeordende begeerten, de zuiverheid van hart door middel van de deugd en de gave van de kuisheid, door de zuiverheid van intentie, door de zuiverheid van de blik, uitwendig en inwendig, door de beheersing van de gevoelens en de verbeelding, en door het gebed.