op zondagen en verplichte feestdagen aan de Mis deelnemen, en zich onthouden van werken en bezigheden die een beletsel zouden kunnen vormen voor de heiliging van deze dagen;
de eigen zonden belijden, door tenminste eenmaal per jaar het Sacrament van de Verzoening te ontvangen;
tot het Sacrament van de Eucharistie naderen, minstens met Pasen;
zich onthouden van het eten van vlees en vasten op door de Kerk vastgestelde dagen;
tegemoet komen aan de materiële noden van de Kerk, ieder naar eigen mogelijkheden.