Zij vraagt de rechtvaardigheid en de juiste hiërarchie van waarden te eerbiedigen, evenals de materiële en instinctieve dimensies onder te ordenen aan de innerlijke en geestelijke dimensies. Vooral daar, waar de zonde het sociale klimaat bederft, moet men een beroep doen op de bekering van de harten en op de genade van God, om sociale veranderingen te verkrijgen, die werkelijk ten dienste staan van iedere persoon en van heel de persoon. De liefde, die eist dat de rechtvaardigheid wordt beoefend en die daartoe in staat stelt, is het grootste sociale gebod.